Artikel 58 (Bevoegdheden curator pand- hypotheekhouders)
1. De curator kan de pand- en hypotheekhouders een redelijke termijn stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig het vorige artikel over te gaan. Heeft de pand- of hypotheekhouder het onderpand niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de curator de goederen opeisen en met toepassing van de artikelen 101 of 176 verkopen, onverminderd het recht van de pand- en hypotheekhouders op de opbrengst. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de pand- of hypotheekhouder een of meer malen te verlengen.
2. De curator kan een met pand of hypotheek bezwaard goed tot op het tijdstip van de verkoop lossen tegen voldoening van hetgeen waarvoor het pand- of hypotheekrecht tot zekerheid strekt, alsmede van de reeds gemaakte kosten van executie.
Uitleg in duidelijke taal
1. De curator kan de pand- en hypotheekhouders een redelijke termijn stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig het vorige artikel over te gaan. Heeft de pand- of hypotheekhouder het onderpand niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de curator de goederen opeisen en met toepassing van de artikelen 101 of 176 verkopen, onverminderd het recht van de pand- en hypotheekhouders op de opbrengst. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de pand- of hypotheekhouder een of meer malen te verlengen.
Dit lid betekent dat de curator de bevoegdheid heeft om aan pand- en hypotheekhouders een redelijke termijn te stellen. Binnen deze termijn dienen zij hun rechten, zoals omschreven in het vorige artikel, uit te oefenen. Indien de pand- of hypotheekhouder het onderpand niet binnen de gestelde termijn heeft verkocht, dan kan de curator de betreffende goederen opeisen. Vervolgens mag de curator deze goederen verkopen conform de bepalingen van de artikelen 101 of 176. Dit laat onverlet het recht van de pand- en hypotheekhouders op de opbrengst van deze verkoop. De rechter-commissaris heeft de bevoegdheid om, op verzoek van de pand- of hypotheekhouder, de gestelde termijn eenmaal of meermaals te verlengen.
2. De curator kan een met pand of hypotheek bezwaard goed tot op het tijdstip van de verkoop lossen tegen voldoening van hetgeen waarvoor het pand- of hypotheekrecht tot zekerheid strekt, alsmede van de reeds gemaakte kosten van executie.
Dit lid houdt in dat de curator het recht heeft om een goed dat met pand of hypotheek is bezwaard, te 'lossen'. Dit lossen kan plaatsvinden tot aan het moment van de verkoop van het goed. Voorwaarde voor het lossen is dat de curator het bedrag betaalt waarvoor het pand- of hypotheekrecht als zekerheid dient, en tevens de reeds gemaakte kosten van executie voldoet.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:228 - Welage q.q./Rabobank: misbruik van bevoegdheid door curator bij opeising na termijnstelling - 5 februari 2015
De bevoegdheid van de curator om op grond van art. 58 lid 1 Fw zaken op te eisen na het verstrijken van de gestelde termijn, kan misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) opleveren, met name bij onevenredigheid tussen de belangen van de boedel en de pandhouder.
ECLI:NL:HR:2020:1787 - Zalco/Glencore: Misbruik van bevoegdheid door curator en ingangsdatum wettelijke rente - 12 november 2020
Een curator handelt onrechtmatig als hij misbruik maakt van zijn bevoegdheid onder art. 58 Fw door onredelijke voorwaarden te stellen die executie door de pandhouder feitelijk onmogelijk maken. De rechter moet ambtshalve toetsen of de feiten een vordering kunnen dragen, ook als er geen verweer is.
ECLI:NL:HR:2008:BC4846 - Hoge Raad - 10 april 2008
ECLI:NL:HR:2016:297 - Hoor en wederhoor bij termijnstelling ex artikel 58 Fw - 18 februari 2016
De voortvarendheidseis van artikel 58 Fw ontslaat de rechter-commissaris niet van zijn plicht om het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv) te respecteren. Een beslissing op een verlengingsverzoek mag niet worden gebaseerd op een verweerschrift waar de verzoeker niet op heeft kunnen reageren.
ECLI:NL:HR:2015:87 - Misbruik van bevoegdheid curator bij termijnstelling aan hypotheekhouder (art. 58 Fw) - 15 januari 2015
De uitoefening van de bevoegdheid van de curator om op grond van art. 58 Fw een termijn te stellen aan een hypotheekhouder kan misbruik van bevoegdheid opleveren. Dit is het geval als de uitoefening geen redelijk belang voor de boedel dient en onevenredig nadeel voor de schuldenaar veroorzaakt.
ECLI:NL:HR:1995:ZC1641 - Hoge Raad - 16 februari 1995
ECLI:NL:HR:2013:2051 - Verlenging termijn pandhouder (art. 58 Fw): belangenafweging door curator - 19 december 2013
De curator is niet verplicht een op grond van art. 58 Fw gestelde termijn te verlengen, zelfs als de pandhouder geen verwijt treft voor het niet-tijdig executeren. De curator moet het belang van de pandhouder bij verlenging afwegen tegen het belang van een voortvarende boedelafwikkeling.
ECLI:NL:HR:2009:BG7996 - Hoge Raad - 12 maart 2009
ECLI:NL:HR:2009:BJ0861 - Hoge Raad - 29 oktober 2009
ECLI:NL:HR:2011:BO7109 - Arrest ING/Hielkema q.q.: Oneigenlijke lossing is uitoefening parate executie - 24 februari 2011
De Hoge Raad oordeelt dat een onderhandse verkoop van verpande zaken door de curator na overeenstemming met de pandhouder geldt als een vorm van parate executie. Deze handeling, ook wel oneigenlijke lossing genoemd, valt binnen de reikwijdte van art. 57 Fw en is een executoriale verkoop.