Faillissementswet

1. Op de dag van de zitting bedoeld in artikel 337, of anders uiterlijk op de achtste dag daarna, doet de rechtbank uitspraak.

Dit betekent dat de rechtbank een uitspraak doet op de dag van de zitting die is genoemd in artikel 337, of, als dat niet gebeurt, uiterlijk op de achtste dag na die zittingsdag.

2. Zij zal, voorzover van toepassing, eerst bij met redenen omklede beschikking uitspraak doen op verzoeken als bedoeld in artikel 149 en tot homologatie van het akkoord dan wel tot weigering daarvan. Artikel 153, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de rechtbank, indien relevant (voorzover van toepassing), eerst een beslissing zal nemen (uitspraak doen) door middel van een beschikking die voorzien is van een motivering (met redenen omklede beschikking). Deze uitspraak betreft verzoeken zoals omschreven in artikel 149 en verzoeken tot goedkeuring (homologatie) van het akkoord of tot afwijzing (weigering) van dat akkoord. De bepalingen van artikel 153, tweede en derde lid, zijn op een vergelijkbare manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).

3. Indien de homologatie wordt geweigerd, kan de rechter de schuldenaar niet in staat van faillissement verklaren. De schuldsaneringsregeling wordt voortgezet, tenzij artikel 350 van toepassing is.

Dit betekent dat als de goedkeuring (homologatie) van het akkoord wordt afgewezen (geweigerd), de rechter de schuldenaar niet failliet kan verklaren (niet in staat van faillissement verklaren). In dat geval loopt de schuldsaneringsregeling door (wordt voortgezet), tenzij de situatie zoals beschreven in artikel 350 zich voordoet (van toepassing is).