Terug naar bibliotheek
Titel III. Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Vijfde afdeling. Verificatie van vorderingen
Artikel 328a

Artikel 328a (Procedure verificatievergadering schuldsanering)

Laatste versie

1. De rechter-commissaris kan de bewindvoerder verzoeken hem binnen acht dagen na dagtekening van het verzoek te melden of hij de verificatie van de vorderingen wenst voor te leggen aan de verificatievergadering. In het bevestigende geval stelt de rechter-commissaris dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden en geeft de bewindvoerder hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

2. Indien de bewindvoerder geen verificatievergadering wenst, kan de rechter-commissaris bepalen dat de verificatievergadering slechts pro forma gehouden zal worden op een door hem te bepalen dag en plaats en dat de vorderingen als geverifieerd zullen gelden zoals door de bewindvoerder in overeenstemming met de artikelen 112, 113 en 114 aangegeven, tenzij een schuldeiser binnen acht dagen na dagtekening van de in de tweede volzin bedoelde oproeping mededeling doet aan de rechtbank dat hij gebruik wenst te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 116, tweede zin, en 119, eerste lid. De bewindvoerder geeft van deze beschikking onmiddellijk kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

3. Ontvangt de rechtbank een mededeling van een of meer schuldeisers als bedoeld in het tweede lid, dan stelt de rechter-commissaris een dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden. De bewindvoerder geeft hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

4. In geval van het tweede lid ligt een afschrift van de lijsten als bedoeld in artikel 114 ter griffie van de rechtbank ter inzage gedurende acht dagen na dagtekening van de kennisgeving van de pro forma zitting dan wel, indien een verificatievergadering wordt gehouden, tot de dag van die vergadering.

5. Met ingang van de dag van de pro forma zitting, gelden de vorderingen als geverifieerd zoals door de bewindvoerder ingevolge artikel 112 vastgesteld.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter-commissaris kan de bewindvoerder verzoeken hem binnen acht dagen na dagtekening van het verzoek te melden of hij de verificatie van de vorderingen wenst voor te leggen aan de verificatievergadering. In het bevestigende geval stelt de rechter-commissaris dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden en geeft de bewindvoerder hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

Dit betekent dat de rechter-commissaris de bewindvoerder kan vragen om binnen acht dagen na de datum (dagtekening) van dat verzoek te laten weten of de bewindvoerder de verificatie van de vorderingen wil voorleggen aan de verificatievergadering. Als de bewindvoerder dit bevestigt, bepaalt de rechter-commissaris de dag, het uur en de plaats voor de verificatievergadering. De bewindvoerder moet dan onmiddellijk (onverwijld) alle bekende schuldeisers en de schuldenaar hiervan op de hoogte stellen door middel van een schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

2. Indien de bewindvoerder geen verificatievergadering wenst, kan de rechter-commissaris bepalen dat de verificatievergadering slechts pro forma gehouden zal worden op een door hem te bepalen dag en plaats en dat de vorderingen als geverifieerd zullen gelden zoals door de bewindvoerder in overeenstemming met de artikelen 112, 113 en 114 aangegeven, tenzij een schuldeiser binnen acht dagen na dagtekening van de in de tweede volzin bedoelde oproeping mededeling doet aan de rechtbank dat hij gebruik wenst te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 116, tweede zin, en 119, eerste lid. De bewindvoerder geeft van deze beschikking onmiddellijk kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

Dit houdt in dat als de bewindvoerder geen verificatievergadering wil, de rechter-commissaris kan besluiten dat de verificatievergadering enkel voor de vorm (pro forma) wordt gehouden op een door de rechter-commissaris vastgestelde dag en plaats. In dat geval zullen de vorderingen als geverifieerd worden beschouwd, zoals de bewindvoerder deze heeft opgegeven conform artikelen 112, 113 en 114. Dit geldt echter niet als een schuldeiser binnen acht dagen na de datum (dagtekening) van de in de tweede zin genoemde oproeping, aan de rechtbank meldt dat hij gebruik wil maken van zijn recht zoals omschreven in artikelen 116, tweede zin, en 119, eerste lid. De bewindvoerder stelt alle bekende schuldeisers en de schuldenaar onmiddellijk (onmiddellijk kennis) op de hoogte van deze beschikking via een schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

3. Ontvangt de rechtbank een mededeling van een of meer schuldeisers als bedoeld in het tweede lid, dan stelt de rechter-commissaris een dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden. De bewindvoerder geeft hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.

Dit betekent dat als de rechtbank een melding ontvangt van één of meerdere schuldeisers zoals genoemd in het tweede lid (dus dat zij hun rechten willen uitoefenen), de rechter-commissaris een dag, uur en plaats vaststelt voor het houden van de verificatievergadering. De bewindvoerder moet dan onmiddellijk (onverwijld kennis) alle bekende schuldeisers en de schuldenaar hiervan op de hoogte stellen door middel van een schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

4. In geval van het tweede lid ligt een afschrift van de lijsten als bedoeld in artikel 114 ter griffie van de rechtbank ter inzage gedurende acht dagen na dagtekening van de kennisgeving van de pro forma zitting dan wel, indien een verificatievergadering wordt gehouden, tot de dag van die vergadering.

Dit houdt in dat in de situatie van het tweede lid (een pro forma zitting of een alsnog geplande verificatievergadering), een kopie (afschrift) van de lijsten (zoals bedoeld in artikel 114) beschikbaar is bij de griffie van de rechtbank om in te zien (ter inzage). Dit kan gedurende acht dagen na de datum (dagtekening) van de aankondiging (kennisgeving) van de pro forma zitting. Als er een verificatievergadering plaatsvindt, zijn de lijsten ter inzage tot op de dag van die vergadering.

5. Met ingang van de dag van de pro forma zitting, gelden de vorderingen als geverifieerd zoals door de bewindvoerder ingevolge artikel 112 vastgesteld.

Dit betekent dat vanaf de dag van de pro forma zitting de vorderingen als geverifieerd worden beschouwd, op de wijze zoals de bewindvoerder deze heeft vastgesteld op grond van (ingevolge) artikel 112.