Artikel 315 (Hoger beroep beschikkingen rechter-commissaris schuldsanering)
1. Van alle beschikkingen van de rechter-commissaris staat gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank open. De rechtbank beslist na verhoor of behoorlijke oproeping van de belanghebbenden.
2. Niettemin kan geen hoger beroep worden ingesteld tegen de beschikkingen die zijn genomen overeenkomstig de artikelen 21, onder 4, 34, 58, eerste lid, 59a, derde lid, 94, tweede lid, 102, tweede lid, 125, 176, tweede lid, en de beschikkingen bedoeld in de artikelen 287, vijfde lid, 289, tweede lid, 290, tweede lid, 295, derde lid, 296, derde lid, artikel 299b, derde en vijfde lid, 310, eerste lid, 311, eerste lid, 316, tweede lid, 318, tweede lid, 320, tweede en vierde lid, 324, derde lid, 328a, tweede lid, 328b, vierde lid, 332, vierde lid en 347, tweede lid.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen beschikkingen van de rechter-commissaris en van de rechtbank worden aangewezen die uiterlijk de werkdag volgend op de dag van de uitspraak worden ingeschreven in de registers bedoeld in de artikelen 294 en 294a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald welke informatie van de aangewezen beschikking langs de hiervoor genoemde weg wordt ingeschreven.
Uitleg in duidelijke taal
1. Van alle beschikkingen van de rechter-commissaris staat gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank open. De rechtbank beslist na verhoor of behoorlijke oproeping van de belanghebbenden.
Dit lid bepaalt dat tegen alle beslissingen (beschikkingen) van de rechter-commissaris gedurende een periode van vijf dagen hoger beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank neemt een beslissing nadat zij de belanghebbenden heeft gehoord of hen op een juridisch correcte wijze (behoorlijke oproeping) heeft opgeroepen.
2. Niettemin kan geen hoger beroep worden ingesteld tegen de beschikkingen die zijn genomen overeenkomstig de artikelen 21, onder 4, 34, 58, eerste lid, 59a, derde lid, 94, tweede lid, 102, tweede lid, 125, 176, tweede lid, en de beschikkingen bedoeld in de artikelen 287, vijfde lid, 289, tweede lid, 290, tweede lid, 295, derde lid, 296, derde lid, artikel 299b, derde en vijfde lid, 310, eerste lid, 311, eerste lid, 316, tweede lid, 318, tweede lid, 320, tweede en vierde lid, 324, derde lid, 328a, tweede lid, 328b, vierde lid, 332, vierde lid en 347, tweede lid.
Dit lid stelt dat er, in afwijking van de algemene regel, geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen de beschikkingen die zijn genomen overeenkomstig de artikelen die in de eerste opsomming in dit lid worden genoemd (namelijk de artikelen 21, onder 4, tot en met 176, tweede lid). Dit geldt eveneens voor de beschikkingen bedoeld in de artikelen die in de tweede opsomming in dit lid worden genoemd (namelijk de artikelen 287, vijfde lid, tot en met 347, tweede lid).
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen beschikkingen van de rechter-commissaris en van de rechtbank worden aangewezen die uiterlijk de werkdag volgend op de dag van de uitspraak worden ingeschreven in de registers bedoeld in de artikelen 294 en 294a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald welke informatie van de aangewezen beschikking langs de hiervoor genoemde weg wordt ingeschreven.
Dit lid geeft aan dat bij algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) beschikkingen van de rechter-commissaris en van de rechtbank kunnen worden aangewezen. Deze aangewezen beschikkingen moeten uiterlijk de werkdag volgend op de dag van de uitspraak worden ingeschreven in de registers bedoeld in de artikelen 294 en 294a. Verder kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald welke informatie van de aangewezen beschikking langs de hiervoor genoemde weg (d.w.z. via inschrijving in de registers) wordt ingeschreven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:751 - Procesbevoegdheid saniet en termijnoverschrijding in de WSNP
De beschermingsbewindvoerder vertegenwoordigt de saniet exclusief in procedures over de boedelbijdrage; de saniet zelf is niet-ontvankelijk. Een te laat ingesteld hoger beroep is slechts verschoonbaar als de appellant niet tijdig van de beslissing wist door een niet toerekenbaar verzuim.
ECLI:NL:HR:2019:1948
ECLI:NL:HR:2021:1670
ECLI:NL:HR:2009:BJ7537
ECLI:NL:HR:2021:1676
ECLI:NL:HR:2023:53
ECLI:NL:HR:2017:3110 - Rechtsmiddelenverbod surseance: Hoge Raad stelt termijn voor beroep op doorbrekingsgrond
Tegen beslissingen van de rechter-commissaris in surseance staat geen hoger beroep open (art. 282 Fw). Een beroep op een doorbrekingsgrond moet, vanwege het spoedeisende karakter, binnen acht dagen na de uitspraak worden ingesteld, ongeacht of het hoger beroep of cassatie betreft.