Artikel 238 (Beëindiging huur pacht tijdens surseance)
1. Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, kan de schuldenaar, die huurder is, met inachtneming van het bij artikel 228 bepaalde, de huur tussentijds doen eindigen, mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. Bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. Zijn de huurpenningen vooruit betaald, dan kan de huur niet eerder worden opgezegd dan tegen de dag, waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt.
2. Van de aanvang der surseance af is de huurprijs boedelschuld.
3. Indien de schuldenaar pachter is, vindt het bovenstaande overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, kan de schuldenaar, die huurder is, met inachtneming van het bij artikel 228 bepaalde, de huur tussentijds doen eindigen, mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. Bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. Zijn de huurpenningen vooruit betaald, dan kan de huur niet eerder worden opgezegd dan tegen de dag, waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt.
Dit lid bepaalt dat zodra de surseance een aanvang heeft genomen, de schuldenaar die huurder is, met inachtneming van het bij artikel 228 bepaalde, de huur tussentijds kan doen eindigen. Dit is mogelijk mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. Bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. Indien de huurpenningen vooruit betaald zijn, dan kan de huur niet eerder worden opgezegd dan tegen de dag waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt.
2. Van de aanvang der surseance af is de huurprijs boedelschuld.
Dit lid stelt dat vanaf de aanvang der surseance, de huurprijs een boedelschuld is.
3. Indien de schuldenaar pachter is, vindt het bovenstaande overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat indien de schuldenaar pachter is, het bovenstaande (de regels uit lid 1 en 2) overeenkomstige toepassing vindt. Dit betekent dat dezelfde regels gelden voor een schuldenaar die pachter is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BO3534
ECLI:NL:HR:2005:AT2650
ECLI:NL:HR:2021:1994 - Contractuele vertragingsrente op boedelschuld is eveneens een boedelschuld
Contractuele vertragingsrente over een boedelschuld, zoals huur na faillissement, is eveneens een boedelschuld. Een gebrek aan geldmiddelen in de boedel levert geen overmacht op voor de curator, waardoor verzuim kan intreden en de contractueel bedongen rente verschuldigd is als boedelschuld.