Artikel 176 (Verkoop goederen en beschikking over baten)
1. De goederen worden in het openbaar of met toestemming van de rechter-commissaris ondershands verkocht. Geen toestemming van de rechter-commissaris is vereist voor zover blijkens de boedelbeschrijving de waarde van te verkopen goederen gezamenlijk niet meer bedraagt dan € 2.000, eerder door de curator verkochte goederen daarbij in aanmerking nemend.
2. Over alle niet spoedig of in het geheel niet voor vereffening vatbare baten beschikt de curator op de wijze door de rechter-commissaris goed te keuren.
Uitleg in duidelijke taal
1. De goederen worden in het openbaar of met toestemming van de rechter-commissaris ondershands verkocht. Geen toestemming van de rechter-commissaris is vereist voor zover blijkens de boedelbeschrijving de waarde van te verkopen goederen gezamenlijk niet meer bedraagt dan € 2.000, eerder door de curator verkochte goederen daarbij in aanmerking nemend.
Dit lid bepaalt dat de goederen in het openbaar verkocht worden, of ondershands verkocht worden met toestemming van de rechter-commissaris. Er is geen toestemming van de rechter-commissaris vereist voor zover uit de boedelbeschrijving blijkt dat de gezamenlijke waarde van de te verkopen goederen niet meer bedraagt dan € 2.000, waarbij eerder door de curator verkochte goederen daarbij in aanmerking worden genomen.
2. Over alle niet spoedig of in het geheel niet voor vereffening vatbare baten beschikt de curator op de wijze door de rechter-commissaris goed te keuren.
Dit lid stelt dat de curator beschikt over alle baten die niet spoedig of in het geheel niet voor vereffening vatbaar zijn. De curator doet dit op de wijze die door de rechter-commissaris goed te keuren is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:228
ECLI:NL:HR:2018:1799
ECLI:NL:HR:2015:87
ECLI:NL:HR:2001:ZC3546
ECLI:NL:HR:2017:982 - Adviesrecht ondernemingsraad geldt in beginsel ook tijdens faillissement
Het faillissement van een onderneming heft de medezeggenschapsrechten uit de Wet op de ondernemingsraden (WOR) niet op. De curator is in beginsel gebonden aan het adviesrecht van de ondernemingsraad, met name bij een besluit tot een doorstart waarbij werkgelegenheid behouden kan blijven.