Faillissementswet

1. Indien ter verificatievergadering geen akkoord is aangeboden of indien het aangeboden akkoord is verworpen, kan de curator of een ter vergadering aanwezige schuldeiser voorstellen, dat het bedrijf van de gefailleerde worde voortgezet.

Dit betekent letterlijk: Wanneer er tijdens de verificatievergadering geen akkoord is gepresenteerd, of als een gepresenteerd akkoord is afgekeurd, dan heeft de curator of een schuldeiser die bij de vergadering aanwezig is, de bevoegdheid om een voorstel te doen. Dit voorstel houdt in dat het bedrijf van de persoon of entiteit die failliet is verklaard (de gefailleerde) wordt voortgezet.

2. De schuldeiserscommissie, indien deze er is, en, zo het voorstel is gedaan door een schuldeiser, de curator geven hun advies over dit voorstel.

Dit betekent letterlijk: De schuldeiserscommissie, als er een schuldeiserscommissie is ingesteld, geeft haar advies over het voorstel tot voortzetting van het bedrijf. Indien het voorstel is ingediend door een schuldeiser (en niet door de curator), dan geeft ook de curator zijn advies over dit voorstel.

3. Op verlangen van de curator of van een der aanwezige schuldeisers, stelt de rechter-commissaris de beraadslaging en beslissing over het voorstel uit, tot een op ten hoogste veertien dagen later te bepalen vergadering.

Dit betekent letterlijk: Als de curator of een van de schuldeisers die bij de vergadering aanwezig zijn hierom verzoekt (op verlangen van), dan zal de rechter-commissaris het overleg (de beraadslaging) en de uiteindelijke beslissing over het voorstel tot voortzetting van het bedrijf uitstellen. Dit uitstel geldt tot een nieuwe vergadering die uiterlijk veertien dagen later moet plaatsvinden.

4. De curator geeft onverwijld aan de schuldeisers, die niet ter vergadering aanwezig waren, schriftelijk kennis van deze nadere vergadering, waarin het ingediend voorstel wordt vermeld en hun tevens de bepaling van artikel 114 wordt herinnerd.

Dit betekent letterlijk: De curator moet direct (onverwijld) de schuldeisers die niet op de oorspronkelijke vergadering aanwezig waren, schriftelijk informeren over deze extra (nadere) vergadering. In deze schriftelijke kennisgeving moet het ingediende voorstel tot voortzetting van het bedrijf worden genoemd. Bovendien moet de curator hen herinneren aan de inhoud van artikel 114 van de Faillissementswet.