Faillissementswet

1. Indien tijdens de vereffening baten opkomen die van zodanige omvang zijn dat uit de opbrengst daarvan ook concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk kunnen worden voldaan, bepaalt de rechter-commissaris dat alsnog een verificatievergadering wordt gehouden en stelt daartoe dag, uur, plaats en wijze waarop wordt vergaderd, overeenkomstig artikel 80a, vast, alsmede de dag waarop uiterlijk de vorderingen ingediend moeten worden. Artikel 108 is van toepassing.

Dit artikelonderdeel stelt dat wanneer er gedurende de vereffening baten beschikbaar komen die van een zodanige omvang zijn dat uit de opbrengst daarvan ook concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk kunnen worden voldaan, de rechter-commissaris bepaalt dat er alsnog een verificatievergadering wordt gehouden. De rechter-commissaris stelt hiervoor de dag, het uur, de plaats en de wijze waarop wordt vergaderd vast, in overeenstemming met artikel 80a. Tevens stelt de rechter-commissaris de dag vast waarop de vorderingen uiterlijk ingediend moeten worden. Artikel 108 is hierop van toepassing.

2. De curator geeft van de in het vorige lid genoemde beschikking onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers kennis en doet daarvan aankondiging in de Staatscourant.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat de curator onmiddellijk kennis geeft van de in het vorige lid genoemde beschikking aan alle bekende schuldeisers. Daarnaast doet de curator aankondiging van deze beschikking in de Staatscourant.

3. De vijfde, zesde en zevende afdeling zijn van toepassing.

Dit artikelonderdeel geeft aan dat de vijfde, zesde en zevende afdeling van Titel I van de Faillissementswet van toepassing zijn.