Artikel 137f (Insolventie en uitkering vereenvoudigde afwikkeling)
1. Na afloop van de termijn, genoemd in artikel 137d, tweede lid, of, indien verzet is gedaan, nadat de beschikking op het verzet in kracht van gewijsde is gegaan, verkeert de boedel van rechtswege in staat van insolventie en gaat de curator over tot het doen van de vastgestelde uitkering.
2. De artikelen 188, 189, 190, 192 en 193 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Na afloop van de termijn, genoemd in artikel 137d, tweede lid, of, indien verzet is gedaan, nadat de beschikking op het verzet in kracht van gewijsde is gegaan, verkeert de boedel van rechtswege in staat van insolventie en gaat de curator over tot het doen van de vastgestelde uitkering.
Dit lid bepaalt dat na het verstrijken van de termijn die in artikel 137d, tweede lid, is genoemd, of, indien er verzet is gedaan, nadat de beschikking op dat verzet in kracht van gewijsde is gegaan (definitief en onherroepelijk is geworden), de boedel van rechtswege (automatisch, volgens de wet) in staat van insolventie verkeert. Vervolgens gaat de curator over tot het doen van de vastgestelde uitkering.
2. De artikelen 188, 189, 190, 192 en 193 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit lid stelt dat de artikelen 188, 189, 190, 192 en 193 ook in deze situatie gelden op een manier die aansluit bij de context (oftewel, ze zijn van overeenkomstige toepassing).