Artikel 133 (Verificatie vorderingen geschatte waarde)
Vorderingen, waarvan de waarde onbepaald, onzeker, niet in Nederlands geld of in het geheel niet in geld is uitgedrukt, worden geverifieerd voor hun geschatte waarde in Nederlands geld.
Uitleg in duidelijke taal
Vorderingen, waarvan de waarde onbepaald, onzeker, niet in Nederlands geld of in het geheel niet in geld is uitgedrukt, worden geverifieerd voor hun geschatte waarde in Nederlands geld.
Dit artikel stelt dat vorderingen waarvan de waarde niet duidelijk is bepaald (onbepaald), onzeker is, niet in Nederlands geld is uitgedrukt, of überhaupt niet in geld is uitgedrukt, worden geverifieerd (gecontroleerd en vastgesteld) voor hun geschatte waarde, die vervolgens wordt uitgedrukt in Nederlands geld.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:BY6108
ECLI:NL:HR:2014:1681
ECLI:NL:HR:2018:424 - Credit Suisse/Jongepier: Verificatie van vorderingen ontstaan tijdens faillissement
Vorderingen die tijdens faillissement ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding zijn verifieerbaar, mits zij al besloten lagen in de rechtspositie van de schuldeiser bij faillietverklaring en geen inbreuk vormen op het fixatiebeginsel door de aanspraken van de schuldeiser uit te breiden.
ECLI:NL:HR:2021:1272 - Rente bij vereffening nalatenschap: fixatiebeginsel uit Faillissementswet niet van toepassing
Het fixatiebeginsel uit de Faillissementswet (art. 128 Fw), dat de rente op vorderingen stopt per faillietverklaring, is niet van overeenkomstige toepassing bij de vereffening van een nalatenschap. Rente over schulden van de nalatenschap loopt door en moet op de uitdelingslijst worden opgenomen.
ECLI:NL:HR:2021:112 - Faillissementsakkoord bindt Staat ook bij niet-ingediende ontnemingsvordering
Een gehomologeerd faillissementsakkoord is op grond van artikel 157 Fw verbindend voor de Staat met een ontnemingsvordering, ook als de Staat deze vordering niet heeft ingediend. De resterende vordering wordt een niet-afdwingbare natuurlijke verbintenis.
ECLI:NL:HR:2017:563 - Verwijderingsplicht curator geldt ook jegens exclusieve gebruiker van terrein
De Hoge Raad oordeelt dat niet alleen de eigenaar, maar ook een partij met een exclusief gebruiksrecht van een terrein van de curator kan verlangen dat deze de tot de boedel behorende zaken verwijdert. Deze verwijderingsplicht kwalificeert als een boedelschuld.