Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Vierde afdeling. Van de voorzieningen na de faillietverklaring en van het beheer des curators
Artikel 88

Artikel 88 (Ontslag gefailleerde uit verzekerde bewaring)

Laatste versie

1. De rechtbank heeft de bevoegdheid, op voordracht van de rechter-commissaris, of op verzoek van de gefailleerde, deze uit de verzekerde bewaring te ontslaan, met of zonder zekerheidstelling, dat hij te allen tijde op de eerste oproeping zal verschijnen.

2. Het bedrag der zekerheidstelling wordt door de rechtbank bepaald en komt bij niet-verschijning des gefailleerden ten voordele des boedels.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechtbank heeft de bevoegdheid, op voordracht van de rechter-commissaris, of op verzoek van de gefailleerde, deze uit de verzekerde bewaring te ontslaan, met of zonder zekerheidstelling, dat hij te allen tijde op de eerste oproeping zal verschijnen.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat de rechtbank de bevoegdheid heeft om de gefailleerde uit de verzekerde bewaring te ontslaan. Dit kan gebeuren op voordracht van de rechter-commissaris of op verzoek van de gefailleerde zelf. Het ontslag kan plaatsvinden met of zonder het stellen van zekerheid als garantie dat de gefailleerde te allen tijde zal verschijnen bij de eerste oproeping.

2. Het bedrag der zekerheidstelling wordt door de rechtbank bepaald en komt bij niet-verschijning des gefailleerden ten voordele des boedels.

Dit artikelonderdeel specificeert dat de rechtbank het bedrag van de zekerheidstelling vaststelt. Indien de gefailleerde niet verschijnt, dan komt dit bedrag ten goede aan de faillissementsboedel (ten voordele des boedels).