Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Tweede afdeling. Van de gevolgen der faillietverklaring
Artikel 55

Artikel 55 (Bewijs verkrijging order/toonderpapier te goeder trouw)

Laatste versie

De schuldenaar van de gefailleerde die zijn schuld wil verrekenen met een vordering aan order of toonder, is gehouden te bewijzen dat hij het papier reeds op het ogenblik der faillietverklaring te goeder trouw had verkregen.

Uitleg in duidelijke taal

De schuldenaar van de gefailleerde die zijn schuld wil verrekenen met een vordering aan order of toonder, is gehouden te bewijzen dat hij het papier reeds op het ogenblik der faillietverklaring te goeder trouw had verkregen.

Dit artikel bepaalt dat de schuldenaar van de failliet verklaarde persoon (de gefailleerde), die zijn schuld wenst te verrekenen met een vordering aan order of een vordering aan toonder, de verplichting heeft (gehouden is) om te bewijzen. Dit bewijs moet aantonen dat de schuldenaar het desbetreffende papier (dat de vordering belichaamt) al op het moment van de faillietverklaring te goeder trouw had verkregen.