Artikel 54 (Beperking verrekening overgenomen vorderingen faillissement)
1. Niettemin is degene die een schuld aan de gefailleerde of een vordering op de gefailleerde vóór de faillietverklaring van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.
2. Na de faillietverklaring overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.
3. Degene die een verrekening verricht, is te goeder trouw als bedoeld in het eerste lid als deze verrekening:
a. geschiedt nadat de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd als bedoeld in artikel 370, derde lid, of er overeenkomstig artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, en b. wordt verricht in het kader van de financiering van de voortzetting van de door de schuldenaar gedreven onderneming en niet strekt tot inperking van die financiering.
Uitleg in duidelijke taal
1. Niettemin is degene die een schuld aan de gefailleerde of een vordering op de gefailleerde vóór de faillietverklaring van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.
Dit lid bepaalt dat, ondanks andere regels (niettemin), een persoon die vóór de faillietverklaring een schuld aan de gefailleerde of een vordering op de gefailleerde van een derde heeft overgenomen, niet het recht heeft tot verrekening als deze persoon bij die overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.
2. Na de faillietverklaring overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.
Dit lid stelt dat vorderingen of schulden die na de faillietverklaring zijn overgenomen, niet kunnen worden verrekend.
3. Degene die een verrekening verricht, is te goeder trouw als bedoeld in het eerste lid als deze verrekening:
Dit lid specificeert wanneer een persoon die een verrekening uitvoert, als te goeder trouw wordt beschouwd in de zin van het eerste lid. Dit is het geval indien de verrekening aan de volgende voorwaarden voldoet:
a. geschiedt nadat de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd als bedoeld in artikel 370, derde lid, of er overeenkomstig artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, en
Dit betekent dat de verrekening plaatsvindt nadat de schuldenaar bij de griffie van de rechtbank een verklaring heeft neergelegd zoals omschreven in artikel 370, derde lid, of nadat er conform artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangesteld, en
b. wordt verricht in het kader van de financiering van de voortzetting van de door de schuldenaar gedreven onderneming en niet strekt tot inperking van die financiering.
Dit betekent dat de verrekening wordt gedaan als onderdeel van de financiering die bedoeld is voor het voortzetten van de onderneming die door de schuldenaar wordt geëxploiteerd, en deze verrekening mag er niet toe leiden dat die financiering wordt beperkt.