Bijlage 4. behorend bij artikel 3, derde lid, onderdeel h, van de Dierproevenregeling 2014
Bijlage 4: behorend bij artikel 3, derde lid, onderdeel h, van de Dierproevenregeling 2014
Bij de aanvraag om een projectvergunning worden de volgende gegevens verstrekt: 1. relevantie en rechtvaardiging van:
– het gebruik van dieren, inclusief hun herkomst en geschat aantal en de betrokken soorten en levensstadia; – de dierproeven.
2. toepassing van methoden voor vervanging, vermindering en verfijning van het gebruik van dieren in dierproeven; 3. gepland gebruik van verdoving, pijnstilling en andere pijnverlichtingsmethoden; 4. vermindering, vermijding en verlichting van alle vormen van dierlijk lijden van geboorte tot dood, waar passend; 5. het gebruik van humane eindpunten; 6. de experimentele of observatiestrategie en het statistisch model gebruikt om, waar passend, het aantal dieren, hun pijn, lijden en angst en de milieueffecten, tot een minimum te beperken; 7. het hergebruik van dieren en het accumulatieve effect op het dier; 8. de voorgestelde indeling naar ernst van de dierproeven als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet; 9. het vermijden van niet-gerechtvaardigde duplicatie van dierproeven, waar passend; 10. de omstandigheden waarin de dieren zullen worden gehuisvest, gehouden en verzorgd; 11. de methoden voor het doden; 12. de bekwaamheid van de bij het project betrokken personen.