Artikel 5. Financiële beloning van informanten door derden
1. In het geval met betrekking tot een Nederlands strafrechtelijk onderzoek een derde een financiële beloning ten behoeve van een informant in het vooruitzicht heeft gesteld of aan de desbetreffende opsporingsdienst heeft uitbetaald, wordt in beginsel door de Minister van Veiligheid en Justitie geen tipgeld meer beschikbaar gesteld.
2. In het geval de door een derde ten behoeve van een informant in het vooruitzicht gestelde of betaalde financiële beloning meer dan € 250 lager ligt dan de financiële beloning die in het concrete geval door de Minister van Veiligheid en Justitie zou zijn toegekend, kan een informant, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, ter aanvulling tot het gebruikelijke bedrag, tipgeld worden toegekend.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2015]