Artikel 941 (Meldings-, inlichtingenplichten en gevolgen niet-nakoming verzekerde)
1. Zodra de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde van de verwezenlijking van het risico op de hoogte is, of behoort te zijn, is hij verplicht aan de verzekeraar de verwezenlijking te melden. Dit geschiedt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is.
2. De verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
3. Indien door de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 of 2 niet is nagekomen, kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
4. De verzekeraar kan het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
5. Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Zodra de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde van de verwezenlijking van het risico op de hoogte is, of behoort te zijn, is hij verplicht aan de verzekeraar de verwezenlijking te melden. Dit geschiedt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is.
Dit lid stelt dat de verzekeringnemer (de persoon die de verzekering heeft afgesloten) of de tot uitkering gerechtigde (de persoon die recht heeft op een uitkering) verplicht is de verzekeraar te informeren over de verwezenlijking van het risico (het plaatsvinden van de verzekerde gebeurtenis). Deze melding moet gebeuren zodra hij hiervan op de hoogte is, of behoort te zijn. De melding moet plaatsvinden zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is.
2. De verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
Dit lid legt de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde de plicht op om binnen redelijke termijn aan de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen. Deze informatie en documenten moeten relevant zijn (welke voor deze van belang zijn) voor de verzekeraar om te kunnen beoordelen of hij een uitkeringsplicht heeft.
3. Indien door de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 of 2 niet is nagekomen, kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
Dit lid bepaalt dat als de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 of 2 niet is nagekomen, de verzekeraar de uitkering mag verminderen met de schade die hij (de verzekeraar) daardoor lijdt.
4. De verzekeraar kan het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
Dit lid stelt dat de verzekeraar het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts mag bedingen (bijvoorbeeld in de polisvoorwaarden opnemen) voor het geval hij (de verzekeraar) daardoor in een redelijk belang is geschaad.
5. Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.
Dit lid bepaalt dat het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden. Dit geldt echter behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt, wat betekent dat als de misleiding gering is, het volledige verval van het recht op uitkering mogelijk niet gerechtvaardigd is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:1800 - Zelfstandige met AOV is consument, maar polisbeding is niet oneerlijk
Een zelfstandig ondernemer die een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluit om in privé-inkomen te voorzien, is een consument. Een polisbeding dat de verzekeraar de deskundigen laat aanwijzen, is niet oneerlijk als het oordeel van die deskundigen niet bindend is en de verzekerde dit in rechte kan aanvechten.
ECLI:NL:HR:2020:311 - Uitleg 'opzet tot misleiding' bij mededelingsplicht na verwezenlijking risico
Voor 'opzet tot misleiding' in art. 7:941 lid 5 BW is de bedoeling vereist om de verzekeraar te bewegen een uitkering te verstrekken die hij anders niet zou geven. Deze uitleg sluit aan bij de interpretatie van hetzelfde begrip in art. 7:930 lid 5 BW.
ECLI:NL:HR:2018:1103 - Verzekeringsfraude in WAM-zaak: geen verval van recht, wel strenge bewijswaardering
Opzettelijke misleiding door een benadeelde leidt niet tot analoog verval van het eigen recht jegens een WAM-verzekeraar (art. 6 WAM). Wel moet de rechter de bewijswaardering, met name van betwiste getuigenverklaringen, zeer zorgvuldig motiveren in het licht van gebleken fraude.
ECLI:NL:HR:2007:BA9705
ECLI:NL:HR:2019:150 - Directe actie benadeelde (art. 7:954 BW): ook zonder melding na ophouden bestaan rechtspersoon
De uitzondering op het meldingsvereiste voor een directe actie (art. 7:954 lid 2 BW) geldt ook als de aansprakelijke rechtspersoon pas na het schade-evenement ophoudt te bestaan. Bescherming van het slachtoffer weegt zwaarder dan het belang van de niet meer bestaande verzekerde.
ECLI:NL:HR:2007:BA8774
ECLI:NL:HR:2023:1682 - Medisch beroepsgeheim: toestemming patiënt is vereist voor inzage door jurist ziekenhuis
In de buitengerechtelijke fase van een medische aansprakelijkheidszaak is expliciete toestemming van de patiënt vereist voor een jurist om het medisch dossier in te zien. Weigert de patiënt, dan hoeft de hulpverlener geen inhoudelijk standpunt over de aansprakelijkheid in te nemen.