Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 9. Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 673b

Artikel 673b (Uitzondering transitievergoeding CAO voorziening)

Laatste versie

1. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan worden bepaald dat de transitievergoeding, bedoeld in artikel 673, lid 1, niet is verschuldigd, indien:

a. de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel a; en b. op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan recht bestaat op een voorziening die bijdraagt aan het beperken van werkloosheid, op een redelijke financiële vergoeding, of op een combinatie daarvan.

2. De collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, onderdeel b, is afgesloten met een of meer verenigingen van werknemers die in de onderneming of bedrijfstak werkzame personen onder hun leden tellen, die krachtens hun statuten ten doel hebben de belangen van hun leden als werknemers te behartigen, die als zodanig in de betrokken onderneming of bedrijfstak werkzaam zijn en ten minste twee jaar in het bezit zijn van volledige rechtsbevoegdheid. Ten aanzien van een vereniging van werknemers die krachtens haar statuten geacht kan worden een voortzetting te zijn van een of meer andere verenigingen van werknemers met volledige rechtsbevoegdheid, wordt de duur van de volledige rechtsbevoegdheid van die vereniging of verenigingen voor de vaststelling van de tijdsduur van twee jaar mede in aanmerking genomen.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2018. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan worden bepaald dat de transitievergoeding, bedoeld in artikel 673, lid 1, niet is verschuldigd, indien:

Dit lid bepaalt dat in een collectieve arbeidsovereenkomst of in een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan worden vastgelegd dat de transitievergoeding, zoals genoemd in artikel 673, lid 1, niet is verschuldigd (dus niet betaald hoeft te worden), mits aan bepaalde voorwaarden, die hierna volgen, is voldaan.

a. de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel a; en

Dit betekent dat de eerste voorwaarde is dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet vanwege omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel a (dit betreft doorgaans bedrijfseconomische redenen). Het woord 'en' aan het einde geeft aan dat ook aan de volgende voorwaarde (onderdeel b) moet worden voldaan.

b. op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan recht bestaat op een voorziening die bijdraagt aan het beperken van werkloosheid, op een redelijke financiële vergoeding, of op een combinatie daarvan.

Dit betekent dat de tweede voorwaarde is dat er, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst of de regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, recht bestaat op een voorziening die helpt om werkloosheid te beperken, of op een redelijke financiële vergoeding, of op een combinatie van beide.

2. De collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, onderdeel b, is afgesloten met een of meer verenigingen van werknemers die in de onderneming of bedrijfstak werkzame personen onder hun leden tellen, die krachtens hun statuten ten doel hebben de belangen van hun leden als werknemers te behartigen, die als zodanig in de betrokken onderneming of bedrijfstak werkzaam zijn en ten minste twee jaar in het bezit zijn van volledige rechtsbevoegdheid. Ten aanzien van een vereniging van werknemers die krachtens haar statuten geacht kan worden een voortzetting te zijn van een of meer andere verenigingen van werknemers met volledige rechtsbevoegdheid, wordt de duur van de volledige rechtsbevoegdheid van die vereniging of verenigingen voor de vaststelling van de tijdsduur van twee jaar mede in aanmerking genomen.

Dit lid specificeert aan welke eisen de collectieve arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in lid 1, onderdeel b, moet voldoen. Deze moet zijn afgesloten met een of meer verenigingen van werknemers die de volgende kenmerken hebben:

  • Zij hebben personen als lid die in de onderneming of bedrijfstak werkzame zijn.
  • Krachtens hun statuten (volgens hun officiële reglementen) hebben zij ten doel hebben de belangen van hun leden als werknemers te behartigen.
  • Zij zijn als zodanig (in die hoedanigheid) in de betrokken onderneming of bedrijfstak werkzaam.
  • Zij zijn ten minste twee jaar in het bezit zijn van volledige rechtsbevoegdheid (zij mogen zelfstandig rechtshandelingen verrichten voor minimaal twee jaar). De tweede zin verduidelijkt dat als een vereniging van werknemers volgens haar statuten beschouwd kan worden als een voortzetting ... van een of meer andere verenigingen van werknemers met volledige rechtsbevoegdheid, de periode van volledige rechtsbevoegdheid van die eerdere vereniging(en) meetelt voor het bepalen van de vereiste twee jaar.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:449 - Gelijkwaardige voorziening voor transitievergoeding: beoordeling en gezichtspunten Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2019:44929 maart 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een cao-voorziening die al bestond vóór de invoering van de transitievergoeding kan kwalificeren als een gelijkwaardige voorziening. De rechter moet dit beoordelen door de gekapitaliseerde potentiële waarde van de voorziening op het moment van ontslag te vergelijken met de wettelijke transitievergoeding.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2305 - Vervaltermijn transitievergoeding geldt niet voor verweer van de werkgever

ECLI:NL:HR:2018:230514 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De vervaltermijn van drie maanden voor het claimen van een transitievergoeding (art. 7:686a lid 4 BW) geldt niet voor een werkgever. De werkgever kan zich in een door de werknemer tijdig gestarte procedure ook na deze termijn beroepen op uitzonderingen zoals de overbruggingsregeling.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:188 - Opzegging 'per' 1 maart: wanneer eindigt de arbeidsovereenkomst en de vervaltermijn?

ECLI:NL:HR:2021:1885 februari 2021Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een opzegging 'per' een bepaalde datum betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de voorgaande dag. De vervaltermijn voor het aanvragen van een transitievergoeding start op de eerste dag na de laatste werkdag en duurt drie volle kalendermaanden.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:480

ECLI:NL:HR:2020:48020 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak