Artikel 658a (Re-integratieplicht werkgever zieke werknemer)
1. De werkgever bevordert ten aanzien van de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, de inschakeling in de arbeid in zijn bedrijf. Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en in het bedrijf van de werkgever geen andere passende arbeid voorhanden is, bevordert de werkgever, gedurende het tijdvak waarin de werknemer jegens hem recht op loon heeft op grond van artikel 629, artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever, tenzij de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt.
2. Uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in lid 1, is de werkgever verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is, opdat de werknemer, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen of andere passende arbeid te verrichten.
3. Uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in lid 1, stelt de werkgever in overeenstemming met de werknemer een plan van aanpak op als bedoeld in artikel 71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 25, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, tenzij de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. Het plan van aanpak wordt met medewerking van de werknemer regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
4. Onder passende arbeid als bedoeld in lid 1 en 2 wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.
5. De werkgever en degene door wie de werkgever zich op grond van de artikelen 13, 14 en 14a van de Arbeidsomstandighedenwet laat bijstaan, verstrekken een re-integratiebedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen gegevens voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de door de werkgever aan dit bedrijf opgedragen werkzaamheden, alsmede het burgerservicenummer van de persoon wiens inschakeling in de arbeid door dat re-integratiebedrijf wordt bevorderd. Het re-integratiebedrijf verwerkt deze gegevens slechts voor zover dat noodzakelijk is voor deze werkzaamheden en gebruikt slechts met dat doel het burgerservicenummer bij die verwerking.
6. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet en de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk met hem een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan, gedurende de periode dat de eigenrisicodrager aan die personen ziekengeld moet betalen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werkgever bevordert ten aanzien van de werknemer die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, de inschakeling in de arbeid in zijn bedrijf. Indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en in het bedrijf van de werkgever geen andere passende arbeid voorhanden is, bevordert de werkgever, gedurende het tijdvak waarin de werknemer jegens hem recht op loon heeft op grond van artikel 629, artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever, tenzij de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt.
Dit lid betekent dat de werkgever de inschakeling in arbeid binnen zijn eigen bedrijf moet bevorderen voor een werknemer die door ziekte zijn afgesproken werk (de bedongen arbeid) niet kan uitvoeren. Als vaststaat dat de werknemer zijn eigen werk niet meer kan doen en er binnen het bedrijf van de werkgever geen ander passend werk beschikbaar is, dan moet de werkgever de inschakeling van de werknemer in passend werk bij een andere werkgever bevorderen. Dit geldt gedurende de periode dat de werknemer recht heeft op loon van de werkgever op basis van artikel 629, artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, of artikel 25, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Deze verplichting geldt niet als de werknemer de AOW-leeftijd heeft bereikt, zoals bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet.
2. Uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in lid 1, is de werkgever verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is, opdat de werknemer, die in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, in staat wordt gesteld de eigen of andere passende arbeid te verrichten.
Dit betekent dat de werkgever, als onderdeel van zijn taak zoals beschreven in lid 1, verplicht is om zo snel als redelijkerwijs mogelijk de nodige maatregelen te nemen en aanwijzingen te geven. Het doel hiervan is om de werknemer die door ziekte zijn afgesproken werk niet kan doen, in staat te stellen zijn eigen werk of ander passend werk te verrichten.
3. Uit hoofde van de uitoefening van zijn taak, bedoeld in lid 1, stelt de werkgever in overeenstemming met de werknemer een plan van aanpak op als bedoeld in artikel 71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 25, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, tenzij de werknemer de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt. Het plan van aanpak wordt met medewerking van de werknemer regelmatig geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Dit houdt in dat de werkgever, als onderdeel van zijn taak zoals beschreven in lid 1, samen met de werknemer een plan van aanpak moet opstellen. Dit plan van aanpak is zoals bedoeld in artikel 71a, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 25, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Deze verplichting geldt niet als de werknemer de AOW-leeftijd heeft bereikt, zoals bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet. Dit plan van aanpak moet regelmatig, met medewerking van de werknemer, worden geëvalueerd en indien nodig worden aangepast.
4. Onder passende arbeid als bedoeld in lid 1 en 2 wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.
Dit lid definieert 'passende arbeid' zoals genoemd in lid 1 en 2. Het omvat alle arbeid die aansluit bij de fysieke en mentale capaciteiten (krachten en bekwaamheden) van de werknemer. Een uitzondering hierop is als van de werknemer redelijkerwijs niet kan worden verwacht (gevergd) dat hij de arbeid aanvaardt vanwege lichamelijke, geestelijke of sociale redenen.
5. De werkgever en degene door wie de werkgever zich op grond van de artikelen 13, 14 en 14a van de Arbeidsomstandighedenwet laat bijstaan, verstrekken een re-integratiebedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen gegevens voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de door de werkgever aan dit bedrijf opgedragen werkzaamheden, alsmede het burgerservicenummer van de persoon wiens inschakeling in de arbeid door dat re-integratiebedrijf wordt bevorderd. Het re-integratiebedrijf verwerkt deze gegevens slechts voor zover dat noodzakelijk is voor deze werkzaamheden en gebruikt slechts met dat doel het burgerservicenummer bij die verwerking.
Dit betekent dat de werkgever, en de persoon of instantie die de werkgever bijstaat op basis van de artikelen 13, 14 en 14a van de Arbeidsomstandighedenwet, gegevens moeten verstrekken aan een re-integratiebedrijf. Dit re-integratiebedrijf is zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De gegevens mogen alleen worden verstrekt voor zover ze noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden die de werkgever aan het re-integratiebedrijf heeft opgedragen. Ook het burgerservicenummer van de persoon wiens inschakeling in arbeid door dat re-integratiebedrijf wordt bevorderd, moet worden verstrekt. Het re-integratiebedrijf mag deze gegevens, inclusief het burgerservicenummer, alleen verwerken voor zover dat nodig is voor deze specifieke werkzaamheden en mag het burgerservicenummer alleen voor dat doel gebruiken.
6. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet en de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk met hem een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan, gedurende de periode dat de eigenrisicodrager aan die personen ziekengeld moet betalen.
Dit lid stelt dat de bepalingen van dit artikel op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de eigenrisicodrager, zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet. Dit geldt ook voor de personen genoemd in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de Ziektewet, die als laatste een arbeidsovereenkomst hadden met deze eigenrisicodrager. De toepassing geldt voor de periode waarin de eigenrisicodrager ziekengeld aan deze personen moet betalen.