Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 610a

Artikel 610a (Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst)

Laatste versie

Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.

Uitleg in duidelijke taal

Hij die ten behoeve van een ander tegen beloning door die ander gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende ten minste twintig uren per maand arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst.

Dit artikel stelt dat de persoon ("hij die") die arbeid verricht ten behoeve van een ander en daarvoor van die ander een beloning ontvangt, en deze arbeid verricht gedurende drie opeenvolgende maanden, hetzij wekelijks, hetzij gedurende ten minste twintig uren per maand, vermoed wordt deze arbeid te verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst.