Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 1. Algemeen
Artikel 233

Artikel 233 (Definitie woonruimte)

Laatste versie

Onder woonruimte wordt verstaan een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige dan wel niet zelfstandige woning is verhuurd, dan wel een woonwagen, een standplaats of een ligplaats, alsmede de onroerende aanhorigheden.

Uitleg in duidelijke taal

Onder woonruimte wordt verstaan een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige dan wel niet zelfstandige woning is verhuurd, dan wel een woonwagen, een standplaats of een ligplaats, alsmede de onroerende aanhorigheden.

Dit artikel bepaalt wat onder 'woonruimte' wordt verstaan. Het betreft ten eerste een gebouwde onroerende zaak, op voorwaarde dat deze als zelfstandige dan wel niet zelfstandige woning is verhuurd. Daarnaast wordt onder woonruimte ook verstaan een woonwagen, een standplaats, of een ligplaats. Tot slot vallen ook de onroerende aanhorigheden hieronder.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:61 - WKO-installatie en servicekosten: Huurrecht prevaleert boven oude Warmtewet - 20 januari 2022

ECLI:NL:HR:2022:6120 januari 2022Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak

Een warmte-koudeopslaginstallatie (WKO) is een onroerende aanhorigheid (art. 7:233 BW). De kapitaal- en onderhoudskosten daarvan moeten in de kale huurprijs worden verwerkt. In de conflictperiode prevaleerde de beschermende werking van het huurrecht (art. 7:237 lid 2 BW) boven de oude Warmtewet 2014.

Civiel RechtHuurrecht, Goederenrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2023:12799 - Rechtbank Noord-Holland - 13 december 2023

ECLI:NL:RBNHO:2023:1279913 december 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:5745 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 9 september 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:57459 september 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:3580 - Rechtbank Amsterdam - 13 juni 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:358013 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2023:8190 - Rechtbank Amsterdam - 6 december 2023

ECLI:NL:RBAMS:2023:81906 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2023:8193 - Rechtbank Amsterdam - 6 december 2023

ECLI:NL:RBAMS:2023:81936 december 2023Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHARL:2024:2975 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 29 april 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:297529 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHARL:2024:171 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 8 januari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:1718 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6856 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 6 augustus 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:68566 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:4930 - Rechtbank Gelderland - 30 juli 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:493030 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak