Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 1. Koop en ruil
Afdeling 2. Verplichtingen van de verkoper
Artikel 18a

Artikel 18a (Consumentenkoop non-conformiteit installatie bewijsvermoeden)

Laatste versie

1. In geval van een consumentenkoop wordt elk gebrek aan overeenstemming van de zaak met de overeenkomst als gevolg van een verkeerde installatie van de zaak beschouwd als het niet beantwoorden van het afgeleverde aan de overeenkomst, indien:

a. de installatie deel uitmaakt van de koop en werd uitgevoerd door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid; b. de installatie door de koper werd gedaan en de verkeerde installatie te wijten was aan tekortkomingen in de installatie-instructies verstrekt door de verkoper, of door de verkoper of de leverancier van de digitale inhoud of digitale dienst in geval van een zaak met digitale elementen.

2. Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak of de zaak met digitale elementen bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van een consumentenkoop wordt elk gebrek aan overeenstemming van de zaak met de overeenkomst als gevolg van een verkeerde installatie van de zaak beschouwd als het niet beantwoorden van het afgeleverde aan de overeenkomst, indien:

Dit betekent letterlijk dat, bij een consumentenkoop, elk gebrek aan overeenstemming van de zaak met de overeenkomst dat het gevolg is van een verkeerde installatie van de zaak, wordt beschouwd als het niet beantwoorden van het afgeleverde aan de overeenkomst, mits aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a. de installatie deel uitmaakt van de koop en werd uitgevoerd door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid;

Dit is het geval wanneer de installatie deel uitmaakt van de koopovereenkomst en de installatie werd uitgevoerd door de verkoper of onder de verantwoordelijkheid van de verkoper viel.

b. de installatie door de koper werd gedaan en de verkeerde installatie te wijten was aan tekortkomingen in de installatie-instructies verstrekt door de verkoper, of door de verkoper of de leverancier van de digitale inhoud of digitale dienst in geval van een zaak met digitale elementen.

Dit is ook het geval wanneer de installatie door de koper zelf werd gedaan, maar de verkeerde installatie te wijten was aan tekortkomingen in de installatie-instructies. Deze instructies moeten zijn verstrekt door de verkoper. In het geval van een zaak met digitale elementen, kunnen deze instructies ook zijn verstrekt door de leverancier van de digitale inhoud of digitale dienst.

2. Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak of de zaak met digitale elementen bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.

Dit lid stelt dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak of de zaak met digitale elementen op het moment van aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, als de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen een termijn van één jaar na de aflevering openbaart. Dit vermoeden geldt echter niet indien de verkoper het tegendeel aantoont, of indien de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich tegen dit vermoeden verzet.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6063 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:606327 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6062 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:606227 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:8494 - Rechtbank Rotterdam - 17 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:849417 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:6194 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 3 september 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:61943 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4920 - Rechtbank Midden-Nederland - 23 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:492023 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4519 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 25 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:451925 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:3159 - Rechtbank Limburg - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:31594 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2115 - Rechtbank Limburg - 23 april 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:211523 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:1529 - Rechtbank Overijssel - 18 maart 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:152918 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:2677 - Rechtbank Rotterdam - 14 maart 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:267714 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak