Artikel 177 (Schenking na overlijden vormvereisten herroeping)
1. Voor zover een schenking de strekking heeft dat zij pas na het overlijden van de schenker zal worden uitgevoerd, en zij niet reeds tijdens het leven van de schenker is uitgevoerd, vervalt zij met het overlijden van de schenker, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt. Voor zover de schenking betrekking heeft op kleren, lijfstoebehoren, bepaalde lijfsieraden, bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken, kan worden volstaan met een door de schenker geheel met de hand geschreven, gedagtekende en ondertekende onderhandse akte.
2. Indien een bevoegdheid is bedongen tot herroeping van een schenkingsovereenkomst als bedoeld in lid 1, kan deze herroeping behalve bij een tot de begiftigde gerichte verklaring ook bij een uiterste wilsbeschikking van de schenker zonder mededeling aan de begiftigde geschieden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover een schenking de strekking heeft dat zij pas na het overlijden van de schenker zal worden uitgevoerd, en zij niet reeds tijdens het leven van de schenker is uitgevoerd, vervalt zij met het overlijden van de schenker, tenzij de schenking door de schenker persoonlijk is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt. Voor zover de schenking betrekking heeft op kleren, lijfstoebehoren, bepaalde lijfsieraden, bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken, kan worden volstaan met een door de schenker geheel met de hand geschreven, gedagtekende en ondertekende onderhandse akte.
2. Indien een bevoegdheid is bedongen tot herroeping van een schenkingsovereenkomst als bedoeld in lid 1, kan deze herroeping behalve bij een tot de begiftigde gerichte verklaring ook bij een uiterste wilsbeschikking van de schenker zonder mededeling aan de begiftigde geschieden.
Dit lid bepaalt dat indien een bevoegdheid is bedongen tot herroeping van een schenkingsovereenkomst zoals omschreven in lid 1, deze herroeping kan plaatsvinden. Dit kan door een tot de begiftigde gerichte verklaring. De herroeping kan ook geschieden bij een uiterste wilsbeschikking van de schenker, zonder mededeling aan de begiftigde.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BU7268 - Hoge Raad - 8 december 2011
ECLI:NL:HR:2014:92 - Erfrecht: opvorderen van goederen versus innen van een geldvordering - 16 januari 2014
Het opvorderen van goederen van de nalatenschap (art. 4:183 BW) ziet op specifieke, identificeerbare goederen. Deze bepaling is niet van toepassing op het innen van een geldvordering, aangezien dit niet strekt tot het terugbrengen van een afgescheiden en identificeerbaar goed in de boedel.
ECLI:NL:HR:2025:437 - Grenzen rechterlijke taak bij bedrijfsopvolging, gift en berekening legitieme portie - 20 maart 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een hof de feitelijke grondslag van een vordering niet mag aanvullen. De kwalificatie van ingebrachte pachtgronden als 'belegging' en het aannemen van een beëindigde pachtovereenkomst, zonder dat partijen dit stelden, is ontoelaatbaar en leidt tot vernietiging.
ECLI:NL:HR:2013:25 - Derdenbeding als aftrekbare last bij de erfrechtelijke verkrijging - 11 juli 2013
Een door erflater met erfgenamen overeengekomen en door een derde aanvaard recht op bewoning (derdenbeding) vormt voor de erfgenamen een aftrekbare last in de zin van artikel 5 Successiewet 1956. De aftrekbaarheid is niet afhankelijk van de vraag of de verkrijging van de derde zelf belastbaar is.