Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 2c. Geldlening
Artikel 129

Artikel 129 (Definitie en totstandkoming geldlening)

Laatste versie

1. De overeenkomst van geldlening is de kredietovereenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, zich verbindt aan de andere partij, de lener, een som geld te verstrekken en de lener zich verbindt aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.

2. Indien is overeengekomen dat de kredietnemer door een enkele verklaring, een betalingsopdracht daaronder begrepen, de kredietgever kan verplichten hem een som geld te verstrekken, komt pas door deze verklaring de geldlening tot stand.

Uitleg in duidelijke taal

1. De overeenkomst van geldlening is de kredietovereenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, zich verbindt aan de andere partij, de lener, een som geld te verstrekken en de lener zich verbindt aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.

Dit lid definieert de overeenkomst van geldlening als een specifieke vorm van een kredietovereenkomst. In deze overeenkomst verbindt de ene partij, genaamd de uitlener, zich ertoe om aan de andere partij, genaamd de lener, een bepaalde som geld te verstrekken. Tegelijkertijd verbindt de lener zich ertoe om aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.

2. Indien is overeengekomen dat de kredietnemer door een enkele verklaring, een betalingsopdracht daaronder begrepen, de kredietgever kan verplichten hem een som geld te verstrekken, komt pas door deze verklaring de geldlening tot stand.

Dit lid preciseert dat wanneer partijen hebben overeengekomen dat de kredietnemer (de lener) de kredietgever (de uitlener) kan verplichten hem een som geld te verstrekken door middel van slechts een enkele verklaring (waarbij een betalingsopdracht als een voorbeeld van zo'n verklaring wordt genoemd), de geldlening pas daadwerkelijk tot stand komt op het moment dat deze verklaring wordt afgelegd.

Gerelateerde rechtspraak

Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:100 - Parket bij de Hoge Raad - 25 januari 2024

ECLI:NL:PHR:2024:10025 januari 2024Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:55 - Gerechtshof Amsterdam - 8 januari 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:558 januari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5232 - Rechtbank Amsterdam - 13 augustus 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:523213 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:111 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 januari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:1119 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:10327 - Rechtbank Rotterdam - 15 oktober 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:1032715 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:6319 - Rechtbank Gelderland - 24 september 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:631924 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:10690 - Rechtbank Noord-Holland - 3 september 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:106903 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6261 - Rechtbank Rotterdam - 4 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:62614 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:3151 - Rechtbank Overijssel - 10 juni 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:315110 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3377 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:337721 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak