Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 9. De gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis
§ 4. Boetebeding
Artikel 94

Artikel 94 (Rechterlijke matiging en aanvulling boetebeding)

Laatste versie

1. Op verlangen van de schuldenaar kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete matigen, met dien verstande dat hij de schuldeiser ter zake van de tekortkoming niet minder kan toekennen dan de schadevergoeding op grond van de wet.

2. Op verlangen van de schuldeiser kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, naast een bedongen boete die bestemd is in de plaats te treden van de schadevergoeding op grond van de wet, aanvullende schadevergoeding toekennen.

3. Van lid 1 afwijkende bedingen zijn nietig.

Uitleg in duidelijke taal

1. Op verlangen van de schuldenaar kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete matigen, met dien verstande dat hij de schuldeiser ter zake van de tekortkoming niet minder kan toekennen dan de schadevergoeding op grond van de wet.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de schuldenaar hierom verzoekt, kan de rechter de overeengekomen (bedongen) boete verminderen (matigen), indien de billijkheid (redelijkheid en rechtvaardigheid) dit overduidelijk (klaarblijkelijk) vereist. De rechter mag de schuldeiser echter vanwege de tekortkoming niet minder toekennen dan de schadevergoeding die op grond van de wet verschuldigd zou zijn.

2. Op verlangen van de schuldeiser kan de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, naast een bedongen boete die bestemd is in de plaats te treden van de schadevergoeding op grond van de wet, aanvullende schadevergoeding toekennen.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de schuldeiser hierom verzoekt, kan de rechter, indien de billijkheid (redelijkheid en rechtvaardigheid) dit overduidelijk (klaarblijkelijk) vereist, naast een overeengekomen (bedongen) boete die bedoeld is om de wettelijke schadevergoeding te vervangen, aanvullende schadevergoeding toekennen.

3. Van lid 1 afwijkende bedingen zijn nietig.

Dit betekent letterlijk: Bedingen (afspraken of voorwaarden) die afwijken van de bepaling in lid 1 van dit artikel, zijn ongeldig (nietig).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad292x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ6638

ECLI:NL:HR:2007:AZ663827 april 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad100x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:207

ECLI:NL:HR:2018:20716 februari 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad92x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW4986

ECLI:NL:HR:2012:BW498613 juli 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:424 - Credit Suisse/Jongepier: Verificatie van vorderingen ontstaan tijdens faillissement

ECLI:NL:HR:2018:42423 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Vorderingen die tijdens faillissement ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding zijn verifieerbaar, mits zij al besloten lagen in de rechtspositie van de schuldeiser bij faillietverklaring en geen inbreuk vormen op het fixatiebeginsel door de aanspraken van de schuldeiser uit te breiden.

Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:340 - Ambtshalve toetsing boetebeding: grenzen rechtsstrijd versus omvang grieven

ECLI:NL:HR:2016:34026 februari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De appelrechter moet een boetebeding ambtshalve toetsen op oneerlijkheid, ook als de appellant hierover geen specifieke grief aanvoert. Dit moet zolang de vordering die op het beding is gebaseerd, wél onderdeel is van de rechtsstrijd in hoger beroep.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad31x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD3127

ECLI:NL:HR:2008:BD31275 september 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV1706

ECLI:NL:HR:2006:AV170624 maart 2006Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA4779

ECLI:NL:HR:2000:AA477911 februari 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:274 - Grensoverschrijdende mediation stuit verjaring en de rechterlijke plicht tot rechtsgrondaanvulling

ECLI:NL:HR:2021:27419 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De aanvang van een grensoverschrijdende mediation stuit de verjaring van een rechtsvordering, net als een daad van rechtsvervolging. De rechter moet op grond van artikel 25 Rv ambtshalve de rechtsgronden aanvullen en deze regel toepassen als de feiten op een grensoverschrijdend geschil duiden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ8098

ECLI:NL:HR:2011:BQ809816 september 2011Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht