Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 6. Nakoming van verbintenissen
Artikel 51

Artikel 51 (Keuze, eisen en aanvulling van zekerheid)

Laatste versie

1. Wanneer uit de wet voortvloeit dat iemand verplicht is tot het stellen van zekerheid of dat het stellen van zekerheid voorwaarde is voor het intreden van enig rechtsgevolg, heeft hij die daartoe overgaat, de keuze tussen persoonlijke en zakelijke zekerheid.

2. De aangeboden zekerheid moet zodanig zijn, dat de vordering en, zo daartoe gronden zijn, de daarop vallende rente en kosten behoorlijk gedekt zijn en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen.

3. Is de gestelde zekerheid door een niet aan de schuldeiser toe te rekenen oorzaak onvoldoende geworden, dan is de schuldenaar verplicht haar aan te vullen of te vervangen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Wanneer uit de wet voortvloeit dat iemand verplicht is tot het stellen van zekerheid of dat het stellen van zekerheid voorwaarde is voor het intreden van enig rechtsgevolg, heeft hij die daartoe overgaat, de keuze tussen persoonlijke en zakelijke zekerheid.

Dit artikelonderdeel stelt dat als uit de wet voortvloeit dat een persoon verplicht is tot het stellen van zekerheid, of als het stellen van zekerheid een voorwaarde is voor het intreden van enig rechtsgevolg, de persoon die overgaat tot het stellen van die zekerheid, de keuze heeft tussen persoonlijke zekerheid en zakelijke zekerheid.

2. De aangeboden zekerheid moet zodanig zijn, dat de vordering en, zo daartoe gronden zijn, de daarop vallende rente en kosten behoorlijk gedekt zijn en dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat de aangeboden zekerheid van een dusdanige kwaliteit en omvang moet zijn dat de vordering van de schuldeiser, en, indien daarvoor gronden zijn, ook de rente en kosten die op de vordering vallen, behoorlijk gedekt zijn. Verder moet de zekerheid zodanig zijn dat de schuldeiser daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen.

3. Is de gestelde zekerheid door een niet aan de schuldeiser toe te rekenen oorzaak onvoldoende geworden, dan is de schuldenaar verplicht haar aan te vullen of te vervangen.

Dit artikelonderdeel schrijft voor dat indien de gestelde zekerheid onvoldoende is geworden door een oorzaak die niet aan de schuldeiser toe te rekenen is, de schuldenaar verplicht is deze zekerheid aan te vullen of te vervangen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1740 - Uitleg Vriendschapsverdrag Colombia en plicht tot onderzoek alternatieve zekerheidstelling

ECLI:NL:HR:2022:174025 november 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Het Vriendschapsverdrag met Colombia (1829) ontslaat niet van de plicht tot zekerheidstelling voor proceskosten. Als een partij een bevolen vorm van zekerheid niet kan stellen maar alternatieven aanbiedt, is de rechter verplicht te onderzoeken of deze alternatieven volstaan en zijn eerdere beslissing eventueel te heroverwegen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1607

ECLI:NL:HR:2019:160718 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1181

ECLI:NL:HR:2022:11819 september 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR7350

ECLI:NL:HR:2005:AR735025 maart 2005Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1804 - Notaris Aansprakelijk: Bankgarantie Moet Gelijkwaardig Zijn aan Depot

ECLI:NL:HR:2021:18043 december 2021Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een vervangende bankgarantie onder art. 7:768 BW moet gelijkwaardig zijn aan het depot. Een garantie met voorwaarden die het inroepen praktisch onmogelijk maken, zoals een extreem korte termijn, voldoet niet. De notaris die een dergelijke garantie accepteert, schendt zijn zorgplicht.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1803 - Zorgplicht bank bij afgifte bankgarantie met voor begunstigde nadelige vervaltermijn

ECLI:NL:HR:2021:18033 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een bank die een bankgarantie stelt, moet onder bijzondere omstandigheden de kenbare belangen van de begunstigde in acht nemen. Dit kan meebrengen dat de bank, ondanks het abstracte karakter van de garantie, acht moet slaan op de onderliggende rechtsverhouding.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht