Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 5. Wederkerige overeenkomsten
Artikel 262

Artikel 262 (Opschortingsbevoegdheid bij niet-nakoming verbintenis)

Laatste versie

1. Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.

2. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.

Dit lid bepaalt dat als één van de partijen haar verbintenis niet nakomt, de andere partij (de wederpartij) het recht heeft (bevoegd is) om de uitvoering (nakoming) van haar eigen verplichtingen, die tegenover de niet-nagekomen verbintenis staan, uit te stellen (op te schorten).

2. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.

Dit lid specificeert dat wanneer er sprake is van een gedeeltelijke nakoming of een nakoming die niet correct (niet behoorlijk) is, het opschorten van de eigen verplichtingen alleen is toegestaan (slechts toegelaten) in de mate waarin (voor zover) de tekortkoming van de andere partij deze opschorting rechtvaardigt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU4907

ECLI:NL:HR:2012:BU49073 februari 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:723

ECLI:NL:HR:2020:72317 april 2020Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1997:ZC2389

ECLI:NL:HR:1997:ZC23896 juni 1997Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7343

ECLI:NL:HR:2002:AD73438 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZC2741

ECLI:NL:HR:1998:ZC274116 oktober 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1804 - Notaris Aansprakelijk: Bankgarantie Moet Gelijkwaardig Zijn aan Depot

ECLI:NL:HR:2021:18043 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vervangende bankgarantie onder art. 7:768 BW moet gelijkwaardig zijn aan het depot. Een garantie met voorwaarden die het inroepen praktisch onmogelijk maken, zoals een extreem korte termijn, voldoet niet. De notaris die een dergelijke garantie accepteert, schendt zijn zorgplicht.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1803 - Zorgplicht bank bij afgifte bankgarantie met voor begunstigde nadelige vervaltermijn

ECLI:NL:HR:2021:18033 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een bank die een bankgarantie stelt, moet onder bijzondere omstandigheden de kenbare belangen van de begunstigde in acht nemen. Dit kan meebrengen dat de bank, ondanks het abstracte karakter van de garantie, acht moet slaan op de onderliggende rechtsverhouding.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht