Artikel 262 (Opschortingsbevoegdheid bij niet-nakoming verbintenis)
1. Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.
2. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.
Dit lid bepaalt dat als één van de partijen haar verbintenis niet nakomt, de andere partij (de wederpartij) het recht heeft (bevoegd is) om de uitvoering (nakoming) van haar eigen verplichtingen, die tegenover de niet-nagekomen verbintenis staan, uit te stellen (op te schorten).
2. In geval van gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming is opschorting slechts toegelaten, voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt.
Dit lid specificeert dat wanneer er sprake is van een gedeeltelijke nakoming of een nakoming die niet correct (niet behoorlijk) is, het opschorten van de eigen verplichtingen alleen is toegestaan (slechts toegelaten) in de mate waarin (voor zover) de tekortkoming van de andere partij deze opschorting rechtvaardigt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2012:BU4907
ECLI:NL:HR:2020:723
ECLI:NL:HR:1997:ZC2389
ECLI:NL:HR:2002:AD7343
ECLI:NL:HR:1998:ZC2741
ECLI:NL:HR:2021:1804 - Notaris Aansprakelijk: Bankgarantie Moet Gelijkwaardig Zijn aan Depot
Een vervangende bankgarantie onder art. 7:768 BW moet gelijkwaardig zijn aan het depot. Een garantie met voorwaarden die het inroepen praktisch onmogelijk maken, zoals een extreem korte termijn, voldoet niet. De notaris die een dergelijke garantie accepteert, schendt zijn zorgplicht.
ECLI:NL:HR:2021:1803 - Zorgplicht bank bij afgifte bankgarantie met voor begunstigde nadelige vervaltermijn
Een bank die een bankgarantie stelt, moet onder bijzondere omstandigheden de kenbare belangen van de begunstigde in acht nemen. Dit kan meebrengen dat de bank, ondanks het abstracte karakter van de garantie, acht moet slaan op de onderliggende rechtsverhouding.