Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 219 (Herroepen aanbod en onherroepelijkheid)
1. Een aanbod kan worden herroepen, tenzij het een termijn voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt.
2. De herroeping kan slechts geschieden, zolang het aanbod niet is aanvaard en evenmin een mededeling, houdende de aanvaarding is verzonden. Bevat het aanbod de mededeling dat het vrijblijvend wordt gedaan, dan kan de herroeping nog onverwijld na de aanvaarding geschieden.
3. Een beding waarbij één der partijen zich verbindt om, indien de wederpartij dit wenst, met haar een bepaalde overeenkomst te sluiten, geldt als een onherroepelijk aanbod.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een aanbod kan worden herroepen, tenzij het een termijn voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt.
Dit betekent letterlijk dat een aanbod in principe kan worden ingetrokken (herroepen), behalve als in het aanbod een specifieke periode (termijn) is genoemd waarbinnen het aanbod moet worden geaccepteerd (aanvaarding), of als uit het aanbod zelf op een andere manier blijkt dat het niet kan worden ingetrokken (de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt).
2. De herroeping kan slechts geschieden, zolang het aanbod niet is aanvaard en evenmin een mededeling, houdende de aanvaarding is verzonden. Bevat het aanbod de mededeling dat het vrijblijvend wordt gedaan, dan kan de herroeping nog onverwijld na de aanvaarding geschieden.
Dit houdt in dat het intrekken van een aanbod (de herroeping) alleen mogelijk is (kan slechts geschieden) zolang het aanbod nog niet is geaccepteerd (aanvaard) én er ook nog geen bericht (mededeling) waaruit de acceptatie blijkt (houdende de aanvaarding) is verstuurd (verzonden). Als het aanbod de vermelding (mededeling) bevat dat het zonder verplichtingen (vrijblijvend) wordt gedaan, dan kan het intrekken (de herroeping) zelfs direct (onverwijld) nadat de acceptatie heeft plaatsgevonden (na de aanvaarding) gebeuren (geschieden).
3. Een beding waarbij één der partijen zich verbindt om, indien de wederpartij dit wenst, met haar een bepaalde overeenkomst te sluiten, geldt als een onherroepelijk aanbod.
Dit betekent dat een afspraak (beding) waarin een van de partijen (één der partijen) zich verplicht (zich verbindt) om, als de andere partij (wederpartij) dat wil (dit wenst), een specifieke overeenkomst met die andere partij aan te gaan (met haar een bepaalde overeenkomst te sluiten), wordt beschouwd als (geldt als) een aanbod dat niet kan worden ingetrokken (een onherroepelijk aanbod).