Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 4. Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst
Afdeling 2. Onverschuldigde betaling
Artikel 203

Artikel 203 (Terugvordering onverschuldigde betaling)

Laatste versie

1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.

2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.

3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.

Uitleg in duidelijke taal

1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.

Dit betekent letterlijk dat de persoon die aan een ander zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een goed heeft overhandigd, het recht heeft (is gerechtigd) om dit goed van de ontvanger terug te eisen (terug te vorderen) op grond van onverschuldigde betaling.

2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.

Dit houdt in dat indien de onverschuldigde betaling een som geld (geldsom) betreft, de eis (vordering) gericht is op (strekt tot) de teruggave van een identiek (gelijk) bedrag.

3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.

Dit stelt dat de persoon die zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een handeling of dienst van een andere soort (prestatie van andere aard) heeft uitgevoerd, ook (eveneens) ten opzichte van de ontvanger het recht heeft om die prestatie ongedaan te maken.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad274x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:1060

ECLI:NL:HR:2024:106012 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtInkomstenbelasting, Procesrecht Belastingen
StaatsrechtGrondrechten
Hoge Raad127x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen

ECLI:NL:HR:2016:23612 februari 2016Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad116x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:707 - Vergoedingsrecht samenwoners: geen analogie met huwelijk, toets via verbintenissenrecht.

ECLI:NL:HR:2019:70710 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor informeel samenwonenden geldt geen analoog vergoedingsrecht zoals bij gehuwden. Een vordering tot vergoeding van een investering in de woning van de ander moet worden beoordeeld aan de hand van het algemene verbintenissenrecht (overeenkomst, ongerechtvaardigde verrijking) of de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtPersonen En Familierecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad54x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN7327

ECLI:NL:HR:2004:AN732730 januari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2228 - Geldlening met terugbetalingsplicht 'indien mogelijk': opschortende voorwaarde of tijdsbepaling?

ECLI:NL:HR:2016:222830 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Dit arrest onderscheidt een terugbetalingsbeding 'wanneer men daartoe in staat is' als opschortende voorwaarde versus een opschortende tijdsbepaling. Art. 7A:1798 BW (rechter bepaalt tijdstip) geldt alleen bij een tijdsbepaling (zekere gebeurtenis), niet bij een voorwaarde (onzekere gebeurtenis).

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1052

ECLI:NL:HR:2016:10523 juni 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3678

ECLI:NL:HR:2014:367819 december 2014Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT4039

ECLI:NL:HR:2005:AT40399 september 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:596

ECLI:NL:HR:2022:59622 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:506 - Kwade Trouw bij Onverschuldigde Betaling: Subjectieve Kennis van Vernietiging Vereist

ECLI:NL:HR:2019:5065 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor kwade trouw bij onverschuldigde betaling (art. 6:205 BW) is subjectieve kennis van de ontvanger vereist. Bij een vernietigbare overeenkomst betekent dit dat de ontvanger ten tijde van de betaling wist of vermoedde dat de vernietigingsbevoegdheid daadwerkelijk zou worden ingeroepen.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht