Artikel 203 (Terugvordering onverschuldigde betaling)
1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.
2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.
3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.
Uitleg in duidelijke taal
1. Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.
Dit betekent letterlijk dat de persoon die aan een ander zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een goed heeft overhandigd, het recht heeft (is gerechtigd) om dit goed van de ontvanger terug te eisen (terug te vorderen) op grond van onverschuldigde betaling.
2. Betreft de onverschuldigde betaling een geldsom, dan strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag.
Dit houdt in dat indien de onverschuldigde betaling een som geld (geldsom) betreft, de eis (vordering) gericht is op (strekt tot) de teruggave van een identiek (gelijk) bedrag.
3. Degene die zonder rechtsgrond een prestatie van andere aard heeft verricht, heeft eveneens jegens de ontvanger recht op ongedaanmaking daarvan.
Dit stelt dat de persoon die zonder een juridische basis (zonder rechtsgrond) een handeling of dienst van een andere soort (prestatie van andere aard) heeft uitgevoerd, ook (eveneens) ten opzichte van de ontvanger het recht heeft om die prestatie ongedaan te maken.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2024:1060 - Betaling scholingskosten voor belastingplicht en discriminatie proceskostenvergoeding bezwaarfase - 11 juli 2024
Dit arrest behandelt twee kernvragen. Ten eerste, wanneer vooruitbetaald collegegeld fiscaal aftrekbaar is: als betaling of als depotstorting. Ten tweede, of het lagere puntentarief voor proceskostenvergoeding in fiscale bezwaarprocedures discriminerend is, wat de Hoge Raad bevestigt wegens een gebrekkige motivering.
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen - 11 februari 2016
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:HR:2019:707 - Vergoedingsrecht samenwoners: geen analogie met huwelijk, toets via verbintenissenrecht. - 9 mei 2019
Voor informeel samenwonenden geldt geen analoog vergoedingsrecht zoals bij gehuwden. Een vordering tot vergoeding van een investering in de woning van de ander moet worden beoordeeld aan de hand van het algemene verbintenissenrecht (overeenkomst, ongerechtvaardigde verrijking) of de redelijkheid en billijkheid.
ECLI:NL:HR:2004:AN7327 - Hoge Raad - 29 januari 2004
ECLI:NL:HR:2014:3678 - Onverschuldigde betaling en nagekomen baten in de schuldsanering - 18 december 2014
Een vordering uit onverschuldigde betaling, na vernietiging van een vonnis, ontstaat met terugwerkende kracht op het moment van betaling. Een bij de bewindvoerder bekende, maar onzekere en op redelijke gronden niet geïnde vordering, kan kwalificeren als een nagekomen bate onder art. 194 Fw.
ECLI:NL:HR:2016:2228 - Geldlening met terugbetalingsplicht 'indien mogelijk': opschortende voorwaarde of tijdsbepaling? - 29 september 2016
Dit arrest onderscheidt een terugbetalingsbeding 'wanneer men daartoe in staat is' als opschortende voorwaarde versus een opschortende tijdsbepaling. Art. 7A:1798 BW (rechter bepaalt tijdstip) geldt alleen bij een tijdsbepaling (zekere gebeurtenis), niet bij een voorwaarde (onzekere gebeurtenis).
ECLI:NL:HR:2024:1366 - Vergoeding voor handelaar na vernietiging overeenkomst wegens foute bestelknop - 3 oktober 2024
Na volledige vernietiging van een consumentenovereenkomst wegens een niet-conforme bestelknop (art. 6:230v lid 3 BW), kan de handelaar recht hebben op een vergoeding op grond van onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking. De sanctie moet echter doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend blijven.
ECLI:NL:HR:2016:1052 - Verjaring onverschuldigde betaling na vernietiging vonnis pas vanaf arrest in hoger beroep - 2 juni 2016
De verjaringstermijn voor een vordering uit onverschuldigde betaling, na vernietiging van een vonnis in hoger beroep, begint pas te lopen op de dag na het vernietigende arrest. Hoewel de vordering met terugwerkende kracht ontstaat, is de schuldeiser pas dan daadwerkelijk in staat zijn vordering in te stellen.