Artikel 193b (Definitie oneerlijke handelspraktijk)
1. Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
2. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar handelt:
a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt,
waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
3. Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk indien een handelaar:
a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193c tot en met 193g, of b. een agressieve handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193h en 193i.
4. De gangbare en rechtmatige reclamepraktijk waarbij overdreven uitspraken worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk dienen te worden genomen, maken een reclame op zich niet oneerlijk.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een handelaar handelt onrechtmatig jegens een consument indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
Dit lid stelt dat een handelaar onrechtmatig handelt ten opzichte van een consument als de handelaar een handelspraktijk uitvoert die als oneerlijk wordt beschouwd.
2. Een handelspraktijk is oneerlijk indien een handelaar handelt:
Dit lid specificeert wanneer een handelspraktijk als oneerlijk wordt aangemerkt, namelijk als een handelaar op de volgende wijze handelt:
a. in strijd met de vereisten van professionele toewijding, en
Dit betekent dat de handelaar handelt in strijd met de normen van zorgvuldigheid en vakbekwaamheid die redelijkerwijs van hem verwacht mogen worden in zijn specifieke vakgebied of activiteit, en
b. het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt,
Dit houdt in dat de capaciteit van de doorsnee consument om een weloverwogen beslissing te nemen over een transactie aanzienlijk is verminderd of verminderd kan worden door de handelspraktijk,
waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
met als gevolg dat de gemiddelde consument hierdoor een besluit over een overeenkomst neemt, of kan nemen, dat hij zonder die handelspraktijk niet zou hebben genomen.
3. Een handelspraktijk is in het bijzonder oneerlijk indien een handelaar:
Dit lid stelt dat een handelspraktijk specifiek als oneerlijk wordt beschouwd als een handelaar een van de volgende handelingen verricht:
a. een misleidende handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193c tot en met 193g, of
Dit betekent dat de handelaar een misleidende handelspraktijk uitvoert, zoals nader omschreven in de artikelen 193c tot en met 193g van dit wetboek, of
b. een agressieve handelspraktijk verricht als bedoeld in de artikelen 193h en 193i.
Dit houdt in dat de handelaar een agressieve handelspraktijk uitvoert, zoals nader omschreven in de artikelen 193h en 193i van dit wetboek.
4. De gangbare en rechtmatige reclamepraktijk waarbij overdreven uitspraken worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk dienen te worden genomen, maken een reclame op zich niet oneerlijk.
Dit lid verduidelijkt dat gebruikelijke en legale reclamepraktijken, waarin overdreven beweringen worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk bedoeld zijn, een reclame niet automatisch (op zich) oneerlijk maken.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1677 - Ambtshalve toetsing en sanctionering van informatieplichten bij consumentenovereenkomsten op afstand
De Hoge Raad oordeelt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of de handelaar heeft voldaan aan specifieke en essentiële informatieplichten bij overeenkomsten op afstand. Bij een ernstige schending kan de rechter de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, bijvoorbeeld door een prijsvermindering op te leggen.
ECLI:NL:HR:2016:236 - Hoge Raad: Rechter moet 'all-in' telefoonabonnement ambtshalve toetsen
Een 'telefoonabonnement inclusief toestel' is koop op afbetaling en consumentenkrediet. De prijs van de telefoon moet apart vermeld worden. Zo niet, dan moet de rechter de overeenkomst (deels) ambtshalve ongeldig verklaren, ook in een verstekzaak, ter bescherming van de consument.
ECLI:NL:HR:2021:1725 - Hoge Raad: Verbod op dubbele bemiddelingskosten geldt niet voor vakantieverhuur
Art. 7:417 lid 4 BW, dat verbiedt loon te rekenen aan een consument-huurder bij tweezijdige bemiddeling, is niet van toepassing op kortetermijnverhuur van vakantieaccommodaties. Doorslaggevend is dat de wetgever enkel de huur van woonruimte beoogde te beschermen.