Burgerlijk Wetboek Boek 6

a. consument: natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf;

Dit definieert een 'consument' als een natuurlijk persoon (een mens) die niet handelt voor doeleinden die verband houden met zijn of haar beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Het gaat dus om een persoon die in een privécapaciteit optreedt.

b. handelaar: natuurlijk persoon of rechtspersoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf of degene die ten behoeve van hem handelt;

Dit definieert een 'handelaar' als een natuurlijk persoon (een mens) of een rechtspersoon (zoals een bv of nv) die handelt in het kader van zijn of haar beroeps- of bedrijfsactiviteiten. Ook degene die namens deze persoon of rechtspersoon handelt, valt onder deze definitie.

c. product: goed of dienst, met inbegrip van elektriciteit, digitale diensten en digitale inhoud;

Dit definieert een 'product' als een goed (een tastbaar object) of een dienst, en specificeert dat hieronder ook elektriciteit, digitale diensten en digitale inhoud vallen.

d. handelspraktijk: iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een handelaar, die rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van een product aan consumenten;

Dit definieert een 'handelspraktijk' als elke actie, het nalaten van een actie (omissie), gedraging, manier waarop zaken worden voorgesteld, of commerciële boodschap (inclusief reclame en marketing) van een handelaar, die direct te maken heeft met het promoten, verkopen of leveren van een product aan consumenten.

e. besluit over een overeenkomst: een door een consument genomen besluit over de vraag of, en, zo ja, hoe en op welke voorwaarden hij een product koopt, geheel of gedeeltelijk betaalt, behoudt of van de hand doet, of een contractueel recht uitoefent in verband met het product, ongeacht of de consument overgaat tot handelen;

Dit definieert een 'besluit over een overeenkomst' als een beslissing die een consument neemt betreffende de vraag of hij een product koopt, en zo ja, op welke manier en onder welke voorwaarden. Dit omvat ook besluiten over het geheel of gedeeltelijk betalen, het behouden of verkopen (van de hand doen) van een product, of het uitoefenen van een contractueel recht met betrekking tot het product. Dit geldt ongeacht of de consument daadwerkelijk tot een handeling overgaat.

f. professionele toewijding: normale niveau van bijzondere vakkundigheid en van zorgvuldigheid dat redelijkerwijs van een handelaar ten aanzien van consumenten mag worden verwacht, in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiend uit de voor die handelaar geldende professionele standaard en eerlijke marktpraktijken;

Dit definieert 'professionele toewijding' als het normale niveau van specifieke vakkennis en zorgvuldigheid die men redelijkerwijs mag verwachten van een handelaar in zijn omgang met consumenten. Dit niveau is in lijn met de verantwoordelijkheid die op de handelaar rust, en die voortkomt uit de professionele standaarden en eerlijke handelspraktijken die voor die handelaar gelden.

g. uitnodiging tot aankoop: commerciële boodschap die de kenmerken en de prijs van het product op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze vermeldt en de consument aldus in staat stelt een aankoop te doen;

Dit definieert een 'uitnodiging tot aankoop' als een commerciële boodschap waarin de eigenschappen en de prijs van een product worden genoemd op een manier die past bij het gebruikte communicatiemiddel (zoals een website of folder), waardoor de consument in de positie wordt gebracht om een aankoop te doen.

h. ongepaste beïnvloeding: uitbuiten van een machtspositie ten aanzien van de consument om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met fysiek geweld, pressie uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt;

Dit definieert 'ongepaste beïnvloeding' als het misbruiken van een machtspositie ten opzichte van de consument om druk (pressie) uit te oefenen. Dit kan zelfs zonder fysiek geweld of de dreiging daarmee gebeuren, op een manier die de capaciteit van de consument om een weloverwogen (geïnformeerd) besluit te nemen significant vermindert.

i. gedragscode: regels die vaststellen hoe handelaren die zich aan de code binden, zich gedragen met betrekking tot een of meer bepaalde handelspraktijken of bedrijfssectoren en die niet bij of krachtens wettelijke voorschriften zijn vastgesteld;

Dit definieert een 'gedragscode' als een set regels die bepalen hoe handelaren die zich vrijwillig aan deze code verbinden, zich moeten gedragen met betrekking tot specifieke handelspraktijken of binnen bepaalde bedrijfssectoren. Belangrijk is dat deze regels niet zijn vastgelegd in of op basis van wettelijke voorschriften.

j. houder van een gedragscode: rechtspersoon of groep van handelaren die verantwoordelijk is voor het opstellen en herzien van een gedragscode of het toezien op de naleving van de gedragscode door degenen die zich hieraan hebben gebonden;

Dit definieert de 'houder van een gedragscode' als de rechtspersoon (bijvoorbeeld een stichting of vereniging) of groep van handelaren die de verantwoordelijkheid draagt voor het maken en aanpassen van een gedragscode, en voor het controleren of degenen die zich aan de code hebben verbonden, deze ook daadwerkelijk naleven.

k. richtlijn: richtlijn nr. 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (PbEG L 149);

Dit definieert 'richtlijn' door specifiek te verwijzen naar Richtlijn nr. 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 mei 2005. Deze richtlijn gaat over oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen ten opzichte van consumenten binnen de interne markt van de EU, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PbEG) L 149.

l. rangschikking: het relatieve belang dat wordt gegeven aan producten zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de handelaar, ongeacht de voor die presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen;

Dit definieert 'rangschikking' als de relatieve prominentie of het belang dat aan producten wordt toegekend in de manier waarop ze door de handelaar worden gepresenteerd, georganiseerd of gecommuniceerd. Dit geldt onafhankelijk van de technologische middelen die voor deze presentatie, organisatie of communicatie worden gebruikt.

m. onlinemarktplaats: dienst die gebruikmaakt van software, waaronder een website, een deel van een website of een door of namens een handelaar beheerde applicatie, die consumenten in staat stelt een overeenkomst op afstand te sluiten met andere handelaren of consumenten.

Dit definieert een 'onlinemarktplaats' als een dienst die software gebruikt (zoals een website, een gedeelte van een website, of een app die door of namens een handelaar wordt beheerd) en die consumenten de mogelijkheid biedt om overeenkomsten op afstand (bijvoorbeeld online aankopen) te sluiten met andere handelaren of consumenten.

2. In deze afdeling wordt mede verstaan onder gemiddelde consument: het gemiddelde lid van een specifieke groep waarop de handelaar zich richt of het gemiddelde lid van een specifieke groep waarvan de handelaar redelijkerwijs kan voorzien dat die groep wegens hun geestelijke of lichamelijke beperking, hun leeftijd of goedgelovigheid bijzonder vatbaar is voor de handelspraktijk of voor het onderliggende product.

Dit lid verduidelijkt dat onder het begrip 'gemiddelde consument' in deze afdeling ook wordt begrepen: het gemiddelde lid van een specifieke doelgroep waar de handelaar zijn activiteiten op richt, of het gemiddelde lid van een specifieke groep waarvan de handelaar redelijkerwijs kan verwachten dat deze groep extra kwetsbaar is. Deze kwetsbaarheid kan voortkomen uit een geestelijke of lichamelijke beperking, leeftijd, of goedgelovigheid, waardoor zij bijzonder gevoelig zijn voor de handelspraktijk of het product zelf.

3. Deze afdeling is niet van toepassing op de certificering van goederen van edelmetaal en de vermelding van het edelmetaalgehalte voor deze goederen.

Dit lid stelt dat de bepalingen van deze afdeling (over oneerlijke handelspraktijken) niet gelden voor de procedures rondom de certificering van voorwerpen gemaakt van edelmetaal en evenmin voor de aanduiding van het gehalte aan edelmetaal in deze voorwerpen.