Artikel 173 (Aansprakelijkheid gebrekkige roerende zaken)
1. De bezitter van een roerende zaak waarvan bekend is dat zij, zo zij niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden aan de zaak mag stellen, een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van ontstaan daarvan zou hebben gekend.
2. Indien de zaak niet aan de in het vorige lid bedoelde eisen voldoet wegens een gebrek als bedoeld in afdeling 3 van titel 3, bestaat geen aansprakelijkheid op grond van het vorige lid voor schade als in die afdeling bedoeld, tenzij
a. alle omstandigheden in aanmerking genomen, aannemelijk is dat het gebrek niet bestond op het tijdstip waarop het produkt in het verkeer is gebracht of dat het gebrek op een later tijdstip is ontstaan; of b. het betreft zaakschade ter zake waarvan krachtens afdeling 3 van titel 3 geen recht op vergoeding bestaat op grond van de in die afdeling geregelde franchise.
3. De vorige leden zijn niet van toepassing op dieren, schepen en luchtvaartuigen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bezitter van een roerende zaak waarvan bekend is dat zij, zo zij niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden aan de zaak mag stellen, een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert, is, wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van ontstaan daarvan zou hebben gekend.
Dit betekent letterlijk: De persoon die een roerende zaak in bezit heeft, waarvan bekend is dat deze zaak, indien zij niet voldoet aan de eisen die men onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan die zaak mag stellen, een bijzonder gevaar voor personen of andere zaken oplevert, is aansprakelijk wanneer dit gevaar zich daadwerkelijk verwezenlijkt. Deze aansprakelijkheid geldt echter niet indien, zelfs als de bezitter dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend, aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling (betreffende onrechtmatige daad) zou hebben ontbroken.
2. Indien de zaak niet aan de in het vorige lid bedoelde eisen voldoet wegens een gebrek als bedoeld in afdeling 3 van titel 3, bestaat geen aansprakelijkheid op grond van het vorige lid voor schade als in die afdeling bedoeld, tenzij
Dit betekent letterlijk: Mocht de roerende zaak niet voldoen aan de eisen zoals genoemd in het eerste lid, en dit komt door een gebrek zoals omschreven in afdeling 3 van titel 3 (die handelt over productaansprakelijkheid), dan bestaat er in beginsel geen aansprakelijkheid op grond van het eerste lid van dit artikel voor schade die valt onder de definitie van schade in diezelfde afdeling 3. Dit is echter niet het geval, en er kan dus wel aansprakelijkheid zijn op grond van het eerste lid, indien:
a. alle omstandigheden in aanmerking genomen, aannemelijk is dat het gebrek niet bestond op het tijdstip waarop het produkt in het verkeer is gebracht of dat het gebrek op een later tijdstip is ontstaan; of
Dit betekent letterlijk: het, na overweging van alle relevante omstandigheden, aannemelijk is dat het gebrek nog niet bestond op het tijdstip waarop het product in het verkeer is gebracht (op de markt is gekomen) of dat het gebrek pas op een later tijdstip is ontstaan; of
b. het betreft zaakschade ter zake waarvan krachtens afdeling 3 van titel 3 geen recht op vergoeding bestaat op grond van de in die afdeling geregelde franchise.
Dit betekent letterlijk: het zaakschade betreft waarvoor krachtens afdeling 3 van titel 3 (productaansprakelijkheid) geen recht op vergoeding bestaat op grond van de in die afdeling geregelde franchise (een drempelbedrag voor schadevergoeding).
3. De vorige leden zijn niet van toepassing op dieren, schepen en luchtvaartuigen.
Dit betekent letterlijk: De bepalingen in de voorgaande leden (lid 1 en lid 2 van dit artikel) zijn niet van toepassing op dieren, schepen en luchtvaartuigen. Voor deze gelden afzonderlijke aansprakelijkheidsregels.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1278
ECLI:NL:HR:2001:AD3922
ECLI:NL:HR:2013:BY6111
ECLI:NL:HR:2006:AW6166
ECLI:NL:HR:2017:1149 - Bewijslast en causaal verband bij brand door vermeend gebrekkige compressor
Het feit dat een brand ontstaat bij een compressor bewijst niet dat een gebrek in die compressor de oorzaak was. Een bewijsaanbod dat enkel de ontstaanslocatie aantoont, maar niet het vereiste gebrek, kan als niet ter zake dienende worden gepasseerd.