Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 10. Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding
Artikel 102

Artikel 102 (Hoofdelijke verbondenheid schadevergoeding meerdere personen)

Laatste versie

1. Rust op ieder van twee of meer personen een verplichting tot vergoeding van dezelfde schade, dan zijn zij hoofdelijk verbonden. Voor de bepaling van hetgeen zij krachtens artikel 10 in hun onderlinge verhouding jegens elkaar moeten bijdragen, wordt de schade over hen verdeeld met overeenkomstige toepassing van artikel 101, tenzij uit wet of rechtshandeling een andere verdeling voortvloeit.

2. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, vindt artikel 101 toepassing op de vergoedingsplicht van ieder van de in het vorige lid bedoelde personen afzonderlijk, met dien verstande dat de benadeelde in totaal van hen niet meer kan vorderen dan hem zou zijn toegekomen, indien voor de omstandigheden waarop hun vergoedingsplichten berusten, slechts één persoon aansprakelijk zou zijn geweest. Indien verhaal op een der tot bijdragen verplichte personen niet ten volle mogelijk blijkt, kan de rechter op verlangen van een hunner bepalen dat bij toepassing van artikel 13 het onvoldaan gebleven deel mede over de benadeelde omgeslagen wordt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Rust op ieder van twee of meer personen een verplichting tot vergoeding van dezelfde schade, dan zijn zij hoofdelijk verbonden. Voor de bepaling van hetgeen zij krachtens artikel 10 in hun onderlinge verhouding jegens elkaar moeten bijdragen, wordt de schade over hen verdeeld met overeenkomstige toepassing van artikel 101, tenzij uit wet of rechtshandeling een andere verdeling voortvloeit.

Dit betekent dat indien op ieder van twee of meer personen een verplichting rust tot vergoeding van dezelfde schade, zij hoofdelijk verbonden zijn. Dit houdt in dat de benadeelde van elk van deze personen de volledige schadevergoeding kan vorderen. Om te bepalen wat zij krachtens artikel 10 in hun onderlinge verhouding jegens elkaar moeten bijdragen, wordt de schade over hen verdeeld door artikel 101 op een vergelijkbare wijze toe te passen, tenzij uit de wet of een rechtshandeling een andere verdeling voortvloeit.

2. Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, vindt artikel 101 toepassing op de vergoedingsplicht van ieder van de in het vorige lid bedoelde personen afzonderlijk, met dien verstande dat de benadeelde in totaal van hen niet meer kan vorderen dan hem zou zijn toegekomen, indien voor de omstandigheden waarop hun vergoedingsplichten berusten, slechts één persoon aansprakelijk zou zijn geweest. Indien verhaal op een der tot bijdragen verplichte personen niet ten volle mogelijk blijkt, kan de rechter op verlangen van een hunner bepalen dat bij toepassing van artikel 13 het onvoldaan gebleven deel mede over de benadeelde omgeslagen wordt.

Dit betekent dat wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, artikel 101 toepassing vindt op de vergoedingsplicht van ieder van de in het vorige lid bedoelde personen afzonderlijk. Hierbij geldt dat de benadeelde in totaal van hen niet meer kan vorderen dan hem zou zijn toegekomen, indien voor de omstandigheden waarop hun vergoedingsplichten berusten, slechts één persoon aansprakelijk zou zijn geweest. Indien verhaal op een van de tot bijdragen verplichte personen niet ten volle mogelijk blijkt, kan de rechter op verlangen van een van hen bepalen dat bij toepassing van artikel 13 het onvoldaan gebleven deel mede over de benadeelde wordt omgeslagen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad864x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:793

ECLI:NL:HR:2019:79328 mei 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad78x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:831

ECLI:NL:HR:2014:8314 april 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Letselschaderecht, Verzekeringsrecht
Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:694 - Verzekeraarssubrogatie (art. 7:962 BW) prevaleert bij regres op medeaansprakelijke derde

ECLI:NL:HR:2017:69414 april 2017Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een WAM-verzekeraar die de benadeelde schadeloosstelt, wordt gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde jegens een derde (art. 7:962 BW), niet in die van de benadeelde (art. 6:12 BW). Hierdoor is de verzekeraar gebonden aan een forumkeuzebeding tussen de verzekerde en de derde.

Civiel RechtEuropees Civiel Recht, Internationaal Privaatrecht, Verzekeringsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM6095

ECLI:NL:HR:2010:BM60958 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Letselschaderecht, Verzekeringsrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU5661

ECLI:NL:HR:2005:AU56612 december 2005Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2795

ECLI:NL:HR:2001:AB27957 december 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD4804

ECLI:NL:HR:2001:AD480426 oktober 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtBtw, Procesrecht Belastingen
Civiel RechtOndernemingsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5784 - Verhuizende zusjes: aansprakelijkheid bij een verhuisongeval afgewezen

ECLI:NL:HR:2000:AA578412 mei 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Verhuizende zusjes Arrest

In een zaak over ernstig letsel tijdens een particuliere verhuizing, vernietigt de Hoge Raad de eerdere veroordeling. De vordering tot schadevergoeding van de ene zus tegen de ander wordt definitief afgewezen, waarmee de handeling niet als onrechtmatig wordt gekwalificeerd.

Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1212

ECLI:NL:HR:2014:121223 mei 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX5880

ECLI:NL:HR:2012:BX588023 november 2012Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak