Terug naar bibliotheek
Boek 5. Zakelijke rechten
Titel 4. Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven
Artikel 44

Artikel 44 (Overhangende beplantingen en doorschietende wortels)

Laatste versie

1. Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.

2. Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.

Dit betekent letterlijk: Als een nabuur beplantingen heeft die over het erf van een ander hangen, en deze nabuur, ondanks een verzoek (aanmaning) van de eigenaar van dat erf, nalaat om het overhangende deel te verwijderen, dan mag de eigenaar van het erf waar de beplantingen overheen hangen, zelfstandig (eigenmachtig) het overhangende deel wegsnijden en het zich toe-eigenen.

2. Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.

Dit betekent letterlijk: De persoon op wiens erf wortels van het erf van een ander doorschieten, heeft het recht om deze wortels weg te hakken, maar alleen voor het gedeelte dat daadwerkelijk op zijn eigen erf is doorgeschoten, en mag zich deze afgehakte wortels toe-eigenen.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:1829 - Rechtbank Gelderland - 26 maart 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:182926 maart 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:807 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 11 maart 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:80711 maart 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4868 - Rechtbank Overijssel - 16 september 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:486816 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:7621 - Rechtbank Noord-Holland - 19 maart 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:762119 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:127 - Rechtbank Overijssel - 2 januari 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:1272 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1204 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:120421 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2332 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 2 april 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:23322 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:557 - Rechtbank Midden-Nederland - 13 februari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:55713 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BQ5227 - Hoge Raad - 1 september 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ52271 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak