Terug naar bibliotheek
Boek 5. Zakelijke rechten
Titel 3. Eigendom van onroerende zaken
Artikel 20

Artikel 20 (Eigendom grond bestanddelen en netten)

Laatste versie

1. De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:

a. de bovengrond; b. de daaronder zich bevindende aardlagen; c. het grondwater dat door een bron, put of pomp aan de oppervlakte is gekomen; d. het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met water op eens anders erf staat; e. gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak; f. met de grond verenigde beplantingen.

2. In afwijking van lid 1 behoort de eigendom van een net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond van anderen is of wordt aangelegd, toe aan de bevoegde aanlegger van dat net dan wel aan diens rechtsopvolger.

Uitleg in duidelijke taal

1. De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:

Dit betekent dat, tenzij de wet anders voorschrijft, de eigendom van de grond het volgende inhoudt:

a. de bovengrond;

Dit betreft de bovenste laag van de aarde die de grond vormt.

b. de daaronder zich bevindende aardlagen;

Dit omvat de lagen van de aarde die onder de bovengrond liggen.

c. het grondwater dat door een bron, put of pomp aan de oppervlakte is gekomen;

Hieronder valt het water in de ondergrond dat door middel van een bron, een put of een pomp naar de oppervlakte is gebracht.

d. het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met water op eens anders erf staat;

Dit verwijst naar water dat zich op de betreffende grond bevindt en geen directe, open verbinding heeft met water dat op het terrein (erf) van een andere eigenaar is.

e. gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak;

Dit betreft gebouwen en andere constructies (werken) die op een blijvende (duurzame) manier met de grond verbonden zijn. Deze verbinding kan direct met de grond zijn, of indirect via verbinding met andere gebouwen of werken. Dit geldt alleen voor zover deze gebouwen en werken geen onderdeel (bestanddeel) zijn van een onroerende zaak die aan een andere persoon toebehoort.

f. met de grond verenigde beplantingen.

Hieronder vallen planten, bomen en andere gewassen die in de grond geworteld zijn en dus met de grond verbonden (verenigd) zijn.

2. In afwijking van lid 1 behoort de eigendom van een net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond van anderen is of wordt aangelegd, toe aan de bevoegde aanlegger van dat net dan wel aan diens rechtsopvolger.

Dit lid vormt een uitzondering op de hoofdregel van lid 1. Het bepaalt dat de eigendom van een net – dat bestaat uit één of meerdere kabels of leidingen, en bedoeld is voor het transport van vaste stoffen, vloeibare stoffen, gasvormige stoffen, energie, of informatie – niet automatisch toebehoort aan de eigenaar van de grond waarin, waarop of waarboven dit net is aangelegd of wordt aangelegd door anderen. In plaats daarvan is de eigendom van een dergelijk net van de partij die bevoegd was om het net aan te leggen (de bevoegde aanlegger), of van diens juridische opvolger(s) (rechtsopvolger).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA0727

ECLI:NL:HR:2013:CA072720 september 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1 - Eigendom transformatoren: definitie Elektriciteitswet is leidend voor natrekking via een net

ECLI:NL:HR:2018:15 januari 2018Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

De definitie van 'net' in de Elektriciteitswet is bepalend voor wat naar verkeersopvatting als bestanddeel van dat net wordt beschouwd en wie dus eigenaar is via natrekking (art. 5:20 lid 2 BW). Contractuele afspraken die hiervan afwijken, zijn echter niet per definitie ongeldig.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
BestuursrechtMededingingsrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX7474

ECLI:NL:HR:2012:BX74746 december 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ5989

ECLI:NL:HR:2011:BQ59899 september 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AD3578

ECLI:NL:HR:2003:AD35786 juni 2003Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtOverdrachtsbelasting
Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AQ7093

ECLI:NL:HR:2005:AQ709324 juni 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AD3591

ECLI:NL:HR:2003:AD35916 juni 2003Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:12 - Vordering tot vestiging opstalrecht staat los van eigendomskwestie transformatoren

ECLI:NL:HR:2018:125 januari 2018Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een contractuele verplichting tot vestiging van een opstalrecht moet worden nagekomen, ongeacht wie eigenaar is van de betreffende opstallen. Het opstalrecht dient ook om het exclusieve gebruiksrecht van de grondeigenaar te doorbreken, wat een zelfstandig, rechtens te respecteren belang vormt.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtMededingingsrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP9997

ECLI:NL:HR:2011:BP999720 mei 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE6999

ECLI:NL:HR:2002:AE699925 oktober 2002Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak