Burgerlijk Wetboek Boek 5

1. Het recht van opstal is een zakelijk recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen.

Dit lid definieert het recht van opstal. Het stelt dat het recht van opstal een zakelijk recht is. Dit zakelijk recht geeft de bevoegdheid om in, op of boven een onroerende zaak die eigendom is van een ander, gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen.

2. Het recht van opstal kan zelfstandig dan wel afhankelijk van een ander zakelijk recht of van een recht van huur of pacht op de onroerende zaak worden verleend.

Dit lid specificeert hoe het recht van opstal kan worden verleend. Het recht van opstal kan zelfstandig worden verleend. Daarnaast kan het afhankelijk van een ander zakelijk recht worden verleend, of afhankelijk van een recht van huur of pacht op de onroerende zaak worden verleend.

3. In de akte van vestiging kan de opstaller de verplichting worden opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen een geldsom - de retributie - te betalen.

Dit lid bepaalt dat in de akte van vestiging de opstaller de verplichting kan worden opgelegd om aan de eigenaar van de onroerende zaak een geldsom – de retributie – te betalen. Deze betaling kan op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen plaatsvinden.