Terug naar bibliotheek
Boek 4. Erfrecht
Titel 6. Gevolgen van de erfopvolging
Afdeling 3. Vereffening van de nalatenschap
Artikel 211

Artikel 211 (Taken en bevoegdheden vereffenaar nalatenschap)

Laatste versie

1. Een vereffenaar heeft tot taak de nalatenschap als een goed vereffenaar te beheren en te vereffenen. Voor de vereffening wordt een last die tot een uitgave van geld of van een goed uit de nalatenschap verplicht, gelijkgesteld met een legaat.

2. Hij vertegenwoordigt bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen in en buiten rechte. Zij zijn niet bevoegd zonder zijn medewerking of machtiging van de kantonrechter over de goederen der nalatenschap of hun aandeel daarin te beschikken.

3. Hij moet met bekwame spoed een onderhandse of notariële boedelbeschrijving opmaken of doen opmaken, waarin de schulden der nalatenschap in de vorm van een voorlopige staat zijn opgenomen. Hij moet deze ten kantore van de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, ter griffie van de rechtbank neerleggen, ter inzage van de erfgenamen en de schuldeisers der nalatenschap; andere schuldeisers van een erfgenaam, ook indien deze de nalatenschap verworpen heeft, kunnen tot inzage gemachtigd worden door de kantonrechter.

4. De kantonrechter kan in geval van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving de erfgenamen ontheffen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen.

5. Een door de rechter benoemde vereffenaar kan een boedelnotaris aanwijzen, indien dit nog niet is geschied. De notaris die deze opdracht heeft aanvaard, geeft daarvan kennis aan de erfgenamen en doet zich inschrijven in het boedelregister.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een vereffenaar heeft tot taak de nalatenschap als een goed vereffenaar te beheren en te vereffenen. Voor de vereffening wordt een last die tot een uitgave van geld of van een goed uit de nalatenschap verplicht, gelijkgesteld met een legaat.

Dit lid stelt dat een vereffenaar de taak heeft om de nalatenschap op een zorgvuldige wijze te beheren en af te wikkelen (vereffenen). Bij deze vereffening wordt een verplichting (last) om geld of een goed uit de nalatenschap uit te geven, behandeld alsof het een legaat is.

2. Hij vertegenwoordigt bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen in en buiten rechte. Zij zijn niet bevoegd zonder zijn medewerking of machtiging van de kantonrechter over de goederen der nalatenschap of hun aandeel daarin te beschikken.

Dit betekent dat de vereffenaar, tijdens het uitvoeren van zijn taken, de erfgenamen vertegenwoordigt zowel in juridische procedures (in rechte) als daarbuiten (buiten rechte). De erfgenamen mogen niet zonder de medewerking van de vereffenaar, of zonder toestemming (machtiging) van de kantonrechter, beslissingen nemen over (beschikken over) de goederen van de nalatenschap of hun deel daarin.

3. Hij moet met bekwame spoed een onderhandse of notariële boedelbeschrijving opmaken of doen opmaken, waarin de schulden der nalatenschap in de vorm van een voorlopige staat zijn opgenomen. Hij moet deze ten kantore van de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, ter griffie van de rechtbank neerleggen, ter inzage van de erfgenamen en de schuldeisers der nalatenschap; andere schuldeisers van een erfgenaam, ook indien deze de nalatenschap verworpen heeft, kunnen tot inzage gemachtigd worden door de kantonrechter.

De vereffenaar is verplicht om snel en vakkundig (met bekwame spoed) een boedelbeschrijving te (laten) opmaken. Dit kan een onderhandse (zelf opgestelde) of notariële (door een notaris opgestelde) boedelbeschrijving zijn. In deze boedelbeschrijving moeten de schulden van de nalatenschap als een voorlopig overzicht (voorlopige staat) worden vermeld. De vereffenaar moet deze boedelbeschrijving neerleggen op het kantoor van de boedelnotaris. Als er geen boedelnotaris is, moet dit gebeuren bij de administratie (griffie) van de rechtbank. Deze boedelbeschrijving kan daar worden ingezien door de erfgenamen en de schuldeisers van de nalatenschap. De kantonrechter kan ook andere schuldeisers van een erfgenaam toestemming (machtiging) geven om de boedelbeschrijving in te zien, zelfs als die erfgenaam de nalatenschap heeft afgewezen (verworpen).

4. De kantonrechter kan in geval van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving de erfgenamen ontheffen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen.

Dit lid bepaalt dat de kantonrechter de erfgenamen kan vrijstellen (ontheffen) van de plicht om de boedelbeschrijving voor inzage beschikbaar te stellen (ter inzage te leggen), indien de nalatenschap is aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Dit betekent dat de erfgenamen de nalatenschap hebben aanvaard, maar niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de nalatenschap voor zover die de baten overtreffen.

5. Een door de rechter benoemde vereffenaar kan een boedelnotaris aanwijzen, indien dit nog niet is geschied. De notaris die deze opdracht heeft aanvaard, geeft daarvan kennis aan de erfgenamen en doet zich inschrijven in het boedelregister.

Een vereffenaar die door de rechter is aangesteld, heeft de bevoegdheid om een boedelnotaris aan te wijzen als dit nog niet eerder is gebeurd. Wanneer een notaris deze taak (opdracht) accepteert (aanvaardt), moet hij de erfgenamen hierover informeren (kennis geven) en zich laten registreren (inschrijven) in het boedelregister.