Artikel 10 (Rangorde erfgenamen bij versterf)
1. De wet roept tot een nalatenschap als erfgenamen uit eigen hoofde achtereenvolgens:
a. de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater tezamen met diens kinderen; b. de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zusters; c. de grootouders van de erflater; d. de overgrootouders van de erflater.
2. De afstammelingen van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder worden bij plaatsvervulling geroepen.
3. Alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden, worden tot de in de vorige leden genoemde bloedverwanten gerekend.
Uitleg in duidelijke taal
1. De wet roept tot een nalatenschap als erfgenamen uit eigen hoofde achtereenvolgens:
De wet wijst voor een nalatenschap als erfgenamen die 'uit eigen hoofde' (dat wil zeggen: direct en niet namens een ander) erven, in de hierna volgende volgorde, de volgende personen aan:
a. de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater tezamen met diens kinderen;
Dit zijn de echtgenoot van de erflater (de overledene) die niet officieel 'van tafel en bed gescheiden' is, samen met de kinderen van de erflater.
b. de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zusters;
Dit zijn de ouders van de erflater, samen met de broers en zusters van de erflater.
c. de grootouders van de erflater;
Dit zijn de grootouders van de erflater.
d. de overgrootouders van de erflater.
Dit zijn de overgrootouders van de erflater.
2. De afstammelingen van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder worden bij plaatsvervulling geroepen.
Dit betekent dat de afstammelingen (kinderen, kleinkinderen, enzovoort) van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder worden geroepen om te erven door middel van 'plaatsvervulling' (het innemen van de plaats van een oorspronkelijke erfgenaam).
3. Alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden, worden tot de in de vorige leden genoemde bloedverwanten gerekend.
Dit betekent dat alleen de personen die een juridisch erkende familieband (een 'familierechtelijke betrekking') met de erflater hadden, beschouwd worden als de bloedverwanten die in de eerdere leden (lid 1 en de daarin genoemde groepen) zijn opgesomd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2025:758 - Bewindvoerder als wettelijk vertegenwoordiger: de samenloop van erfrecht en beschermingsbewind - 15 mei 2025
De bewindvoerder in een meerderjarigenbewind is een wettelijk vertegenwoordiger in de zin van art. 4:193 BW. De termijn van drie maanden en de sanctie van beneficiaire aanvaarding bij stilzitten zijn van toepassing, in samenhang met de specifieke bevoegdheidsregels uit art. 1:441 BW.