Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 2. Rechtshandelingen
Artikel 51

Artikel 51 (Vernietiging rechtshandeling, vordering, beroep)

Laatste versie

1. Een rechterlijke uitspraak vernietigt een rechtshandeling, doordat zij een beroep in rechte op een vernietigingsgrond aanvaardt.

2. Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wordt ingesteld tegen hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

3. Een beroep in rechte op een vernietigingsgrond kan te allen tijde worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. Hij die dit beroep doet, is verplicht om zo spoedig mogelijk daarvan mededeling te doen aan de partijen bij de rechtshandeling die niet in het geding zijn verschenen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een rechterlijke uitspraak vernietigt een rechtshandeling, doordat zij een beroep in rechte op een vernietigingsgrond aanvaardt.

Dit betekent dat een rechtshandeling vernietigd wordt door een rechterlijke uitspraak. Dit gebeurt doordat de rechter een beroep in rechte op een vernietigingsgrond aanvaardt.

2. Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wordt ingesteld tegen hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

Dit houdt in dat een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling moet worden ingesteld tegen degenen die partij bij de rechtshandeling zijn.

3. Een beroep in rechte op een vernietigingsgrond kan te allen tijde worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. Hij die dit beroep doet, is verplicht om zo spoedig mogelijk daarvan mededeling te doen aan de partijen bij de rechtshandeling die niet in het geding zijn verschenen.

Dit betekent dat een beroep in rechte op een vernietigingsgrond te allen tijde kan worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. Degene die dit beroep doet, is verplicht om zo spoedig mogelijk daarvan mededeling te doen aan de partijen bij de rechtshandeling die niet in het geding zijn verschenen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU6506

ECLI:NL:HR:2012:BU650617 februari 2012Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Personen En Familierecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:177

ECLI:NL:HR:2021:1775 februari 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:810 - Gezag van gewijsde en de niet-handelende echtgenoot bij effectenlease

ECLI:NL:HR:2020:81024 april 2020Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een vonnis over de vernietiging van een effectenleaseovereenkomst bindt een echtgenoot die geen partij was niet. Echter, een onherroepelijke uitspraak tussen de níet-handelende echtgenoot en de wederpartij over de vernietiging (art. 1:89 BW) heeft wél werking jegens de handelende echtgenoot.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht, Verbintenissenrecht, Financieel Recht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:153

ECLI:NL:HR:2014:15324 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Insolventierecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ5068

ECLI:NL:HR:2011:BQ50688 juli 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:274 - Grensoverschrijdende mediation stuit verjaring en de rechterlijke plicht tot rechtsgrondaanvulling

ECLI:NL:HR:2021:27419 februari 2021Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De aanvang van een grensoverschrijdende mediation stuit de verjaring van een rechtsvordering, net als een daad van rechtsvervolging. De rechter moet op grond van artikel 25 Rv ambtshalve de rechtsgronden aanvullen en deze regel toepassen als de feiten op een grensoverschrijdend geschil duiden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ9951

ECLI:NL:HR:2013:BZ99519 augustus 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY2640

ECLI:NL:HR:2013:BY26408 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO6013

ECLI:NL:HR:2004:AO60134 juni 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1999:AA3876

ECLI:NL:HR:1999:AA387617 december 1999Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak