Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 10. Verhaalsrecht op goederen
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 278

Artikel 278 (Bronnen van voorrang en voorrechten)

Laatste versie

1. Voorrang vloeit voort uit pand, hypotheek en voorrecht en uit de andere in de wet aangegeven gronden.

2. Voorrechten ontstaan alleen uit de wet. Zij rusten of op bepaalde goederen of op alle tot een vermogen behorende goederen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voorrang vloeit voort uit pand, hypotheek en voorrecht en uit de andere in de wet aangegeven gronden.

Dit lid specificeert dat voorrang voortvloeit uit pand, hypotheek, en voorrecht, alsmede uit andere gronden die in de wet zijn aangegeven.

2. Voorrechten ontstaan alleen uit de wet. Zij rusten of op bepaalde goederen of op alle tot een vermogen behorende goederen.

Dit lid stelt dat voorrechten uitsluitend door de wet ontstaan. Deze voorrechten kunnen rusten op specifieke goederen of op alle goederen die tot een vermogen behoren.