Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 9. Rechten van pand en hypotheek
Afdeling 4. Recht van hypotheek
Artikel 270

Artikel 270 (Betaling koopprijs en verdeling door notaris)

Laatste versie

1. De koper is gehouden de koopprijs te voldoen in handen van de notaris, te wiens overstaan de openbare verkoop heeft plaatsgevonden of door wie de akte van overdracht ingevolge de onderhandse verkoop is verleden. De kosten van de executie worden uit de koopprijs voldaan.

2. Wanneer geen hypotheken van een ander dan de verkoper zijn ingeschreven en geen schuldeiser op het goed of op de koopprijs beslag heeft gelegd of zijn vordering ontleent aan artikel 264 lid 7, en evenmin door de executie een beperkt recht op het goed vervalt of een recht van een huurder of pachter verloren gaat, draagt de notaris aan de verkoper uit de netto-opbrengst van het goed af hetgeen aan deze blijkens een door hem aan de notaris te verstrekken verklaring krachtens zijn door hypotheek verzekerde vordering of vorderingen toekomt; het overschot keert de notaris uit aan hem wiens goed is verkocht.

3. Zijn er meer hypotheekhouders of zijn er schuldeisers of beperkt gerechtigden als in het vorige lid bedoeld, dan stort de notaris de netto-opbrengst onverwijld bij een door hem aangewezen bewaarder die aan de eisen van artikel 445 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voldoet. Wanneer het goed door de eerste hypotheekhouder is verkocht en deze vóór of op de betaaldag aan de notaris een verklaring heeft overgelegd van hetgeen hem van de opbrengst toekomt krachtens de door de eerste hypotheek verzekerde vordering of andere vorderingen die eveneens door hypotheek zijn verzekerd en in rang onmiddellijk bij de eerste aansluiten, met vermelding van schuldeisers wier vordering boven de zijne rang neemt, blijft de storting nochtans achterwege voor hetgeen aan de verkoper blijkens deze verklaring toekomt, en keert de notaris dit aan deze uit. Deze verklaring moet zijn voorzien van een aantekening van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied het verbonden goed zich geheel of grotendeels bevindt, inhoudende dat hij de verklaring heeft goedgekeurd, nadat hem summierlijk van de juistheid ervan is gebleken. De verklaring kan behalve door een advocaat ook door een notaris worden ingediend. Tegen de goedkeuring is geen hogere voorziening toegelaten.

4. Ingeval de notaris ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de hem ingevolge de leden 2 of 3 verstrekte verklaring onjuist is, kan hij de uitkering aan de hypotheekhouder opschorten tot de in lid 3 aangewezen voorzieningenrechter op vordering van de meest gerede partij of op verlangen van de notaris omtrent de uitkering heeft beslist.

5. Wanneer de hypotheekhouders, de schuldeisers die op het goed of op de koopprijs beslag hebben gelegd of hun vorderingen ontlenen aan artikel 264 lid 7, de beperkt gerechtigden wier recht door de executie vervalt, alsmede degene wiens goed is verkocht het vóór de betaaldag omtrent de verdeling van de te storten som eens zijn geworden, blijft de storting achterwege en keert de notaris aan ieder het hem toekomende uit.

6. Voor zover de verplichtingen welke ingevolge dit artikel op de notaris rusten, niet worden nagekomen, is de Staat jegens belanghebbenden voor de daaruit voor hen voortvloeiende schade met de notaris hoofdelijk aansprakelijk.

7. Van het in dit artikel bepaalde kan in de verkoopvoorwaarden niet worden afgeweken.

Uitleg in duidelijke taal

1. De koper is gehouden de koopprijs te voldoen in handen van de notaris, te wiens overstaan de openbare verkoop heeft plaatsgevonden of door wie de akte van overdracht ingevolge de onderhandse verkoop is verleden. De kosten van de executie worden uit de koopprijs voldaan.

Dit betekent letterlijk: De koper heeft de plicht de koopprijs te betalen aan de notaris. Deze notaris is degene in wiens aanwezigheid (te wiens overstaan) de openbare verkoop heeft plaatsgehad, of de notaris door wie de akte van overdracht als gevolg van (ingevolge) de onderhandse verkoop is opgemaakt (verleden). De kosten die verband houden met de executie worden betaald uit de koopprijs.

2. Wanneer geen hypotheken van een ander dan de verkoper zijn ingeschreven en geen schuldeiser op het goed of op de koopprijs beslag heeft gelegd of zijn vordering ontleent aan artikel 264 lid 7, en evenmin door de executie een beperkt recht op het goed vervalt of een recht van een huurder of pachter verloren gaat, draagt de notaris aan de verkoper uit de netto-opbrengst van het goed af hetgeen aan deze blijkens een door hem aan de notaris te verstrekken verklaring krachtens zijn door hypotheek verzekerde vordering of vorderingen toekomt; het overschot keert de notaris uit aan hem wiens goed is verkocht.

Dit betekent letterlijk: In de situatie dat er geen hypotheken van een andere partij dan de verkoper zijn ingeschreven, en geen schuldeiser beslag heeft gelegd op het goed of op de koopprijs, of zijn vordering baseert op artikel 264 lid 7, en er evenmin door de executie een beperkt recht op het goed komt te vervallen of een recht van een huurder of pachter verloren gaat, dan betaalt de notaris aan de verkoper uit de netto-opbrengst van het goed dat bedrag dat de verkoper toekomt. Dit blijkt uit een verklaring die de verkoper aan de notaris moet geven, op grond van (krachtens) zijn door hypotheek verzekerde vordering of vorderingen. Het eventuele resterende bedrag (het overschot) keert de notaris uit aan de persoon wiens goed verkocht is.

3. Zijn er meer hypotheekhouders of zijn er schuldeisers of beperkt gerechtigden als in het vorige lid bedoeld, dan stort de notaris de netto-opbrengst onverwijld bij een door hem aangewezen bewaarder die aan de eisen van artikel 445 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voldoet. Wanneer het goed door de eerste hypotheekhouder is verkocht en deze vóór of op de betaaldag aan de notaris een verklaring heeft overgelegd van hetgeen hem van de opbrengst toekomt krachtens de door de eerste hypotheek verzekerde vordering of andere vorderingen die eveneens door hypotheek zijn verzekerd en in rang onmiddellijk bij de eerste aansluiten, met vermelding van schuldeisers wier vordering boven de zijne rang neemt, blijft de storting nochtans achterwege voor hetgeen aan de verkoper blijkens deze verklaring toekomt, en keert de notaris dit aan deze uit. Deze verklaring moet zijn voorzien van een aantekening van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied het verbonden goed zich geheel of grotendeels bevindt, inhoudende dat hij de verklaring heeft goedgekeurd, nadat hem summierlijk van de juistheid ervan is gebleken. De verklaring kan behalve door een advocaat ook door een notaris worden ingediend. Tegen de goedkeuring is geen hogere voorziening toegelaten.

Dit betekent letterlijk: Indien er meerdere hypotheekhouders zijn, of schuldeisers of beperkt gerechtigden zoals bedoeld in het voorgaande lid, dan moet de notaris de netto-opbrengst zonder vertraging (onverwijld) storten bij een door hem aangewezen bewaarder. Deze bewaarder moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn in artikel 445 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Wanneer het goed is verkocht door de eerste hypotheekhouder, en deze hypotheekhouder vóór of op de betaaldag aan de notaris een verklaring heeft verstrekt over het bedrag dat hem toekomt uit de opbrengst op grond van (krachtens) de door de eerste hypotheek verzekerde vordering, of andere vorderingen die ook door hypotheek zijn verzekerd en qua rang direct (onmiddellijk) aansluiten bij de eerste hypotheek, en waarbij ook schuldeisers worden vermeld wier vordering een hogere rang heeft dan de zijne, dan blijft de storting niettemin (nochtans) achterwege voor het bedrag dat volgens deze verklaring aan de verkoper (de eerste hypotheekhouder) toekomt. De notaris keert dit bedrag dan aan hem uit. Deze verklaring moet voorzien zijn van een aantekening van de voorzieningenrechter van de rechtbank in wiens rechtsgebied het bezwaarde (verbonden) goed zich geheel of grotendeels bevindt. Deze aantekening houdt in dat de voorzieningenrechter de verklaring heeft goedgekeurd, nadat hem op hoofdlijnen (summierlijk) van de juistheid ervan is gebleken. De verklaring kan niet alleen door een advocaat, maar ook door een notaris worden ingediend. Tegen de goedkeuring door de voorzieningenrechter is geen beroep in hogere instantie (hogere voorziening) toegestaan.

4. Ingeval de notaris ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de hem ingevolge de leden 2 of 3 verstrekte verklaring onjuist is, kan hij de uitkering aan de hypotheekhouder opschorten tot de in lid 3 aangewezen voorzieningenrechter op vordering van de meest gerede partij of op verlangen van de notaris omtrent de uitkering heeft beslist.

Dit betekent letterlijk: In het geval dat de notaris zwaarwegende (ernstige) redenen heeft om te vermoeden dat de verklaring die hem op grond van (ingevolge) lid 2 of lid 3 is verstrekt, niet juist is, dan kan hij de betaling (uitkering) aan de hypotheekhouder uitstellen (opschorten). Dit uitstel duurt totdat de in lid 3 genoemde voorzieningenrechter een beslissing heeft genomen over de uitkering. Deze beslissing kan volgen op een eis (vordering) van de partij die het meest gebaat is bij een snelle afhandeling (meest gerede partij) of op een verzoek (verlangen) van de notaris.

5. Wanneer de hypotheekhouders, de schuldeisers die op het goed of op de koopprijs beslag hebben gelegd of hun vorderingen ontlenen aan artikel 264 lid 7, de beperkt gerechtigden wier recht door de executie vervalt, alsmede degene wiens goed is verkocht het vóór de betaaldag omtrent de verdeling van de te storten som eens zijn geworden, blijft de storting achterwege en keert de notaris aan ieder het hem toekomende uit.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de hypotheekhouders, de schuldeisers die beslag hebben gelegd op het goed of op de koopprijs, of die hun vorderingen baseren op artikel 264 lid 7, de beperkt gerechtigden wier recht door de executie vervalt, en ook de persoon wiens goed is verkocht, het vóór de betaaldag eens zijn geworden over de verdeling van het te storten bedrag, dan wordt de storting niet gedaan (blijft achterwege). De notaris keert dan aan elke partij het bedrag uit dat hem of haar toekomt.

6. Voor zover de verplichtingen welke ingevolge dit artikel op de notaris rusten, niet worden nagekomen, is de Staat jegens belanghebbenden voor de daaruit voor hen voortvloeiende schade met de notaris hoofdelijk aansprakelijk.

Dit betekent letterlijk: Voor zover de verplichtingen die op grond van (ingevolge) dit artikel op de notaris rusten, niet worden nagekomen, is de Staat samen met de notaris hoofdelijk aansprakelijk tegenover (jegens) belanghebbenden. Deze aansprakelijkheid geldt voor de schade die voor de belanghebbenden voortvloeit uit het niet nakomen van die verplichtingen.

7. Van het in dit artikel bepaalde kan in de verkoopvoorwaarden niet worden afgeweken.

Dit betekent letterlijk: Van de bepalingen in dit artikel mag in de verkoopvoorwaarden niet worden afgeweken. Dit houdt in dat de regels in dit artikel dwingend zijn.