Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 1. Algemene bepalingen
Afdeling 1B. Het voeren van een administratie
Artikel 15i

Artikel 15i (Administratieplicht bedrijf of beroep)

Laatste versie

1. Een ieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

2. De leden 2 tot en met 4 van artikel 10 van Boek 2 zijn van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een ieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

Dit betekent letterlijk: Iedere persoon die een bedrijf runt of zelfstandig een beroep uitoefent, is verplicht om een administratie te voeren over zijn vermogenstoestand en over alles wat zijn bedrijf of beroep aangaat. Deze administratie moet worden gevoerd op een wijze die past bij de eisen van dat specifieke bedrijf of beroep. Bovendien moeten de bijbehorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zodanig worden bewaard dat op elk moment zijn rechten en verplichtingen hieruit duidelijk kunnen worden afgeleid.

2. De leden 2 tot en met 4 van artikel 10 van Boek 2 zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent letterlijk dat de bepalingen zoals vastgelegd in de leden 2, 3 en 4 van artikel 10 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op een vergelijkbare manier van toepassing zijn op de situatie die in dit artikel (artikel 15i Boek 3) wordt geregeld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad36x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3487

ECLI:NL:HR:2015:34878 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:166

ECLI:NL:HR:2017:1667 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2852

ECLI:NL:HR:2016:285213 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:430 - Bedrieglijke bankbreuk: voorwaardelijk opzet bij ondeugdelijke administratie en dreigend faillissement

ECLI:NL:HR:2017:43014 maart 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling voor bedrieglijke bankbreuk door het niet voeren van een deugdelijke administratie is voorwaardelijk opzet op benadeling van schuldeisers voldoende. Dit opzet kan worden afgeleid uit de wetenschap van de bestuurder van zowel de ondeugdelijke administratie als een dreigend faillissement.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtInsolventierecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY5446

ECLI:NL:HR:2013:BY54469 april 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtInsolventierecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1683

ECLI:NL:HR:2018:168318 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2019 - Niet overleggen administratie bewijst niet automatisch bedrieglijke verkorting schuldeisersrechten

ECLI:NL:HR:2020:201915 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet overleggen van de administratie na faillissement is onvoldoende om het opzet op bedrieglijke verkorting van de rechten van schuldeisers te bewijzen. Daarvoor moet vaststaan dat er een aanmerkelijke kans op benadeling ontstond. Een bewezenverklaring kan desondanks in stand blijven bij gebrek aan belang.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1756

ECLI:NL:HR:2015:175630 juni 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1398 - Faillissementsfraude: 'meermalen gepleegd' en het meewegen van een recent faillissement

ECLI:NL:HR:2021:139828 september 2021Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het voortdurend schenden van de administratieplicht kan als 'meermalen gepleegd' worden gekwalificeerd. Een rechter mag bij de strafmotivering rekening houden met een zeer recent faillissement van de verdachte, ook zonder dat hier een strafrechtelijke veroordeling aan is gekoppeld.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2021

ECLI:NL:HR:2016:20216 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak