Terug naar bibliotheek
Boek 2. Rechtspersonen
Titel 4. Naamloze vennootschappen
Afdeling 2. De aandelen
Artikel 92a

Artikel 92a (Uitkoopregeling aandelen naamloze vennootschap)

Laatste versie

1. Hij die als aandeelhouder voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van de naamloze vennootschap verschaft, kan tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders een vordering instellen tot overdracht van hun aandelen aan de eiser. Hetzelfde geldt, indien twee of meer groepsmaatschappijen dit deel van het geplaatste kapitaal samen verschaffen en samen de vordering instellen tot overdracht aan een hunner.

2. Over de vordering oordeelt in eerste aanleg de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Van de uitspraak staat uitsluitend beroep in cassatie open.

3. Indien tegen een of meer verweerders verstek is verleend, moet de rechter ambtshalve onderzoeken of de eiser of eisers de vereisten van lid 1 vervullen.

4. De rechter wijst de vordering tegen alle verweerders af, indien een verweerder ondanks de vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht, een verweerder houder is van een aandeel waaraan de statuten een bijzonder recht inzake de zeggenschap in de vennootschap verbinden of een eiser jegens een verweerder afstand heeft gedaan van zijn bevoegdheid de vordering in te stellen.

5. Indien de rechter oordeelt dat de leden 1 en 4 de toewijzing van de vordering niet beletten, kan hij bevelen dat een of drie deskundigen zullen berichten over de waarde van de over te dragen aandelen. De eerste drie zinnen van artikel 350 lid 3 en de artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. De rechter stelt de prijs vast die de over te dragen aandelen op een door hem te bepalen dag hebben. Zo lang en voor zover de prijs niet is betaald, wordt hij verhoogd met rente, gelijk aan de wettelijke rente, van die dag af tot de overdracht; uitkeringen op de aandelen die in dit tijdvak betaalbaar worden gesteld, strekken op de dag van betaalbaarstelling tot gedeeltelijke betaling van de prijs.

6. De rechter die de vordering toewijst, veroordeelt de overnemer aan degenen aan wie de aandelen toebehoren of zullen toebehoren de vastgestelde prijs met rente te betalen tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen. De rechter geeft omtrent de kosten van het geding zodanige uitspraak als hij meent dat behoort. Een verweerder die geen verweer heeft gevoerd, wordt niet verwezen in de kosten.

7. Staat het bevel tot overdracht bij gerechtelijk gewijsde vast, dan deelt de overnemer de dag en plaats van betaalbaarstelling en de prijs schriftelijk mee aan de houders van de over te nemen aandelen van wie hij het adres kent. Hij kondigt deze ook aan in een landelijk verspreid dagblad, tenzij hij van allen het adres kent.

8. De overnemer kan zich altijd van zijn verplichtingen ingevolge de leden 6 en 7 bevrijden door de vastgestelde prijs met rente voor alle nog niet overgenomen aandelen te consigneren, onder mededeling van hem bekende rechten van pand en vruchtgebruik en de hem bekende beslagen. Door deze mededeling gaat beslag over van de aandelen op het recht op uitkering. Door het consigneren gaat het recht op de aandelen onbezwaard op hem over en gaan rechten van pand of vruchtgebruik over op het recht op uitkering. Aan aandeel- en dividendbewijzen waarop na de overgang uitkeringen betaalbaar zijn gesteld, kan nadien geen recht jegens de vennootschap meer worden ontleend. De overnemer maakt het consigneren en de prijs per aandeel op dat tijdstip bekend op de wijze van lid 7.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die als aandeelhouder voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van de naamloze vennootschap verschaft, kan tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders een vordering instellen tot overdracht van hun aandelen aan de eiser. Hetzelfde geldt, indien twee of meer groepsmaatschappijen dit deel van het geplaatste kapitaal samen verschaffen en samen de vordering instellen tot overdracht aan een hunner.

Dit betekent dat een aandeelhouder die voor eigen rekening minstens 95% van het geplaatste kapitaal van een naamloze vennootschap bezit (verschaft), een juridische procedure (vordering) kan starten tegen de overige aandeelhouders gezamenlijk. Het doel van deze vordering is de overdracht van hun aandelen aan de eisende aandeelhouder. Deze regel is ook van toepassing als twee of meer tot dezelfde groep behorende vennootschappen (groepsmaatschappijen) samen dit percentage van het geplaatste kapitaal bezitten en gezamenlijk de vordering instellen om de aandelen aan één van hen over te dragen.

2. Over de vordering oordeelt in eerste aanleg de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. Van de uitspraak staat uitsluitend beroep in cassatie open.

Dit betekent dat de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam in eerste instantie (in eerste aanleg) een beslissing neemt over deze vordering. Tegen de uitspraak van de ondernemingskamer kan alleen beroep worden ingesteld bij de Hoge Raad (beroep in cassatie).

3. Indien tegen een of meer verweerders verstek is verleend, moet de rechter ambtshalve onderzoeken of de eiser of eisers de vereisten van lid 1 vervullen.

Dit betekent dat als één of meerdere verweerders niet in de procedure verschijnen of geen verweer voeren (verstek is verleend), de rechter uit eigen beweging (ambtshalve) moet controleren of de eisende partij(en) voldoen aan de voorwaarden die in het eerste lid van dit artikel zijn gesteld.

4. De rechter wijst de vordering tegen alle verweerders af, indien een verweerder ondanks de vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdracht, een verweerder houder is van een aandeel waaraan de statuten een bijzonder recht inzake de zeggenschap in de vennootschap verbinden of een eiser jegens een verweerder afstand heeft gedaan van zijn bevoegdheid de vordering in te stellen.

Dit betekent dat de rechter de vordering tegen alle verweerders zal afwijzen in de volgende gevallen:

  • Als een verweerder, ondanks de aangeboden vergoeding, ernstige materiële (stoffelijke) schade zou ondervinden door de overdracht van de aandelen.
  • Als een verweerder een aandeel bezit waaraan volgens de statuten van de vennootschap een bijzonder recht met betrekking tot de zeggenschap in de vennootschap is gekoppeld.
  • Als een eiser ten opzichte van een verweerder afstand heeft gedaan van zijn recht om deze vordering in te stellen.

5. Indien de rechter oordeelt dat de leden 1 en 4 de toewijzing van de vordering niet beletten, kan hij bevelen dat een of drie deskundigen zullen berichten over de waarde van de over te dragen aandelen. De eerste drie zinnen van artikel 350 lid 3 en de artikelen 351 en 352 zijn van toepassing. De rechter stelt de prijs vast die de over te dragen aandelen op een door hem te bepalen dag hebben. Zo lang en voor zover de prijs niet is betaald, wordt hij verhoogd met rente, gelijk aan de wettelijke rente, van die dag af tot de overdracht; uitkeringen op de aandelen die in dit tijdvak betaalbaar worden gesteld, strekken op de dag van betaalbaarstelling tot gedeeltelijke betaling van de prijs.

Dit betekent dat als de rechter van mening is dat de voorwaarden uit lid 1 zijn vervuld en de afwijzingsgronden uit lid 4 niet van toepassing zijn (de toewijzing van de vordering niet beletten), hij kan opdracht geven (bevelen) dat één of drie deskundigen een rapport uitbrengen (berichten) over de waarde van de aandelen die overgedragen moeten worden. De eerste drie zinnen van artikel 350 lid 3 en de artikelen 351 en 352 zijn hierbij van toepassing. De rechter bepaalt vervolgens de prijs die de over te dragen aandelen hebben op een specifieke, door hem vastgestelde dag. Zolang en voor zover deze prijs nog niet is betaald, wordt deze verhoogd met een rente die gelijk is aan de wettelijke rente, gerekend vanaf de vastgestelde dag tot aan de daadwerkelijke overdracht. Eventuele uitkeringen op de aandelen die in deze periode betaalbaar worden gesteld, worden op de dag van betaalbaarstelling in mindering gebracht op de te betalen prijs (strekken tot gedeeltelijke betaling).

6. De rechter die de vordering toewijst, veroordeelt de overnemer aan degenen aan wie de aandelen toebehoren of zullen toebehoren de vastgestelde prijs met rente te betalen tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen. De rechter geeft omtrent de kosten van het geding zodanige uitspraak als hij meent dat behoort. Een verweerder die geen verweer heeft gevoerd, wordt niet verwezen in de kosten.

Dit betekent dat als de rechter de vordering toewijst, hij de overnemende partij veroordeelt om aan de personen aan wie de aandelen (zullen) toebehoren, de vastgestelde prijs plus rente te betalen. Deze betaling dient te geschieden tegen de levering van het onbezwaarde recht op de aandelen (vrij van lasten of beperkingen). De rechter doet ook een uitspraak over de proceskosten (kosten van het geding) op een manier die hem passend lijkt. Een verweerder die geen verweer heeft gevoerd, wordt niet veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.

7. Staat het bevel tot overdracht bij gerechtelijk gewijsde vast, dan deelt de overnemer de dag en plaats van betaalbaarstelling en de prijs schriftelijk mee aan de houders van de over te nemen aandelen van wie hij het adres kent. Hij kondigt deze ook aan in een landelijk verspreid dagblad, tenzij hij van allen het adres kent.

Dit betekent dat zodra het bevel tot overdracht van de aandelen definitief is geworden door een rechterlijke uitspraak (bij gerechtelijk gewijsde vaststaat), de overnemende partij de dag en de plaats waarop de betaling zal plaatsvinden (betaalbaarstelling) en de prijs schriftelijk moet meedelen aan de houders van de over te nemen aandelen, mits hun adres bekend is. Deze informatie moet hij ook aankondigen in een landelijk verspreid dagblad, tenzij hij van alle betrokken aandeelhouders het adres weet.

8. De overnemer kan zich altijd van zijn verplichtingen ingevolge de leden 6 en 7 bevrijden door de vastgestelde prijs met rente voor alle nog niet overgenomen aandelen te consigneren, onder mededeling van hem bekende rechten van pand en vruchtgebruik en de hem bekende beslagen. Door deze mededeling gaat beslag over van de aandelen op het recht op uitkering. Door het consigneren gaat het recht op de aandelen onbezwaard op hem over en gaan rechten van pand of vruchtgebruik over op het recht op uitkering. Aan aandeel- en dividendbewijzen waarop na de overgang uitkeringen betaalbaar zijn gesteld, kan nadien geen recht jegens de vennootschap meer worden ontleend. De overnemer maakt het consigneren en de prijs per aandeel op dat tijdstip bekend op de wijze van lid 7.

Dit betekent dat de overnemende partij zich te allen tijde kan ontdoen (bevrijden) van zijn verplichtingen zoals genoemd in lid 6 en 7, door de vastgestelde prijs plus rente voor alle aandelen die nog niet zijn overgenomen, in bewaring te geven (consigneren). Hierbij moet hij melding maken van eventuele rechten van pand en vruchtgebruik en beslagen die hem bekend zijn. Door deze mededeling gaat een eventueel beslag dat op de aandelen rustte, over op het recht op de uitkering van de geconsigneerde som. Door het consigneren verkrijgt de overnemer het onbezwaarde recht op de aandelen, en eventuele rechten van pand of vruchtgebruik gaan over op het recht op de uitkering. Na deze overgang kunnen aan aandeel- en dividendbewijzen waarop uitkeringen betaalbaar zijn gesteld, geen rechten meer worden ontleend ten opzichte van de vennootschap. De overnemer moet het consigneren en de prijs per aandeel op dat moment bekendmaken op dezelfde wijze als beschreven in lid 7.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA4117

ECLI:NL:HR:2007:BA411714 september 2007Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:649 - SNS Onteigening: Waardering Achtergestelde Leningen en Toekomstperspectief

ECLI:NL:HR:2023:64921 april 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bekrachtigt de schadeloosstelling voor onteigende SNS-effecten. De waardebepaling, gebaseerd op een objectief toekomstperspectief (langjarige run-off) en een specifieke uitleg van achterstellingsclausules, wordt door de Hoge Raad niet als onjuist of onbegrijpelijk beschouwd, waarmee de feitelijke beoordelingsruimte van de Ondernemingskamer wordt gerespecteerd.

Civiel RechtFinancieel Recht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZC2131

ECLI:NL:HR:1996:ZC213111 september 1996Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1407 - Verzettermijn buitenlandse gedaagde en oproepplicht bij processueel ondeelbare rechtsverhouding

ECLI:NL:HR:2021:14071 oktober 2021Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De verzettermijn is ook acht weken voor een in het buitenland wonende gedaagde wiens verblijfplaats onbekend is. In een uitkoopprocedure, een processueel ondeelbare rechtsverhouding, moet de partij die verzet instelt, en niet de oorspronkelijke eiser, de overige betrokken aandeelhouders oproepen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO1777

ECLI:NL:HR:2004:AO177716 januari 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak