Artikel 9 (Taak en aansprakelijkheid bestuurders rechtspersoon)
1. Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
2. Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
Dit betekent dat elke bestuurder tegenover de rechtspersoon gehouden is tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
2. Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Dit betekent dat elke bestuurder verantwoordelijkheid draagt voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2008:BC4959
ECLI:NL:HR:2012:BX5881
ECLI:NL:HR:1997:ZC2243
ECLI:NL:HR:2018:470 - Bestuurdersaansprakelijkheid: persoonlijk ernstig verwijt vereist, ook bij schending effectenwetgeving
De hoge drempel van een persoonlijk ernstig verwijt voor bestuurdersaansprakelijkheid jegens derden geldt onverkort, ook wanneer de vennootschap specifieke wettelijke beschermingsnormen (zoals de Wte 1995) schendt. Collegiale verantwoordelijkheid van het bestuur leidt niet automatisch tot persoonlijke aansprakelijkheid voor individuele bestuurders.
ECLI:NL:HR:2017:275 - Aansprakelijkheid indirect bestuurder (art. 2:11 BW) ook bij onrechtmatige daad
Art. 2:11 BW is ook van toepassing op bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). De indirect bestuurder is in beginsel hoofdelijk aansprakelijk, maar kan zich disculperen door te stellen en te bewijzen dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt treft.
ECLI:NL:HR:2002:AE7011
ECLI:NL:HR:2006:AY8290
ECLI:NL:HR:2015:3636
ECLI:NL:HR:2019:1489 - Stuiting verjaring: context van eerdere correspondentie is cruciaal
De beoordeling of een schriftelijke mededeling de verjaring stuit, vereist een analyse van de gehele context, inclusief voorafgaande correspondentie. Een hof kan een eerdere expliciete vordering niet negeren bij de uitleg van een latere, meer algemene brief.