Artikel 9 (Taak en aansprakelijkheid bestuurders rechtspersoon)
1. Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
2. Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
Dit betekent dat elke bestuurder tegenover de rechtspersoon gehouden is tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
2. Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Dit betekent dat elke bestuurder verantwoordelijkheid draagt voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2008:BC4959 - Hoge Raad - 19 juni 2008
ECLI:NL:HR:2012:BX5881 - Aansprakelijkheid bestuurder naast vennootschap bij eigen onrechtmatige daad - 22 november 2012
Een bestuurder die handelt in strijd met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsnorm is aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De verzwaarde maatstaf van 'ernstig verwijt' geldt niet, ook niet als de gedraging tevens aan de vennootschap kan worden toegerekend als eigen onrechtmatige daad.
ECLI:NL:HR:1997:ZC2243 - Hoge Raad - 9 januari 1997
ECLI:NL:HR:2017:275 - Aansprakelijkheid indirect bestuurder (art. 2:11 BW) ook bij onrechtmatige daad - 16 februari 2017
Art. 2:11 BW is ook van toepassing op bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). De indirect bestuurder is in beginsel hoofdelijk aansprakelijk, maar kan zich disculperen door te stellen en te bewijzen dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt treft.
ECLI:NL:HR:2018:470 - Bestuurdersaansprakelijkheid: persoonlijk ernstig verwijt vereist, ook bij schending effectenwetgeving - 29 maart 2018
De hoge drempel van een persoonlijk ernstig verwijt voor bestuurdersaansprakelijkheid jegens derden geldt onverkort, ook wanneer de vennootschap specifieke wettelijke beschermingsnormen (zoals de Wte 1995) schendt. Collegiale verantwoordelijkheid van het bestuur leidt niet automatisch tot persoonlijke aansprakelijkheid voor individuele bestuurders.
ECLI:NL:HR:2007:AZ3535 - Hoge Raad - 1 maart 2007
ECLI:NL:HR:2002:AE7011 - Hoge Raad - 28 november 2002
ECLI:NL:HR:2019:1489 - Stuiting verjaring: context van eerdere correspondentie is cruciaal - 3 oktober 2019
De beoordeling of een schriftelijke mededeling de verjaring stuit, vereist een analyse van de gehele context, inclusief voorafgaande correspondentie. Een hof kan een eerdere expliciete vordering niet negeren bij de uitleg van een latere, meer algemene brief.
ECLI:NL:HR:2006:AY8290 - Hoge Raad - 9 november 2006
ECLI:NL:HR:2015:3636 - Verzet door curator bij faillissement met een lege boedel - 17 december 2015
Een curator wordt aangemerkt als belanghebbende en kan op eigen titel (pro se) verzet doen tegen een faillietverklaring op eigen aangifte, indien de boedel (nagenoeg) leeg is en er geen baten te verwachten zijn. Dit kan slagen bij misbruik van de bevoegdheid tot faillissementsaanvraag.