Burgerlijk Wetboek Boek 2

a. de baten en lasten uit de gewone bedrijfsuitoefening, de belastingen daarover en het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening na belastingen;

Dit betreft de inkomsten (baten) en kosten (lasten) die voortkomen uit de normale activiteiten van het bedrijf (gewone bedrijfsuitoefening), de belastingen die hierop van toepassing zijn, en het uiteindelijke resultaat van deze normale bedrijfsactiviteiten nadat de belastingen zijn afgetrokken.

b. de overige belastingen;

Hieronder vallen alle andere belastingen die niet direct verband houden met de gewone bedrijfsuitoefening.

c. het resultaat na belastingen.

Dit is het totale eindresultaat nadat alle belastingen in mindering zijn gebracht.

2. De baten en lasten uit de gewone bedrijfsuitoefening worden hetzij overeenkomstig lid 3, hetzij overeenkomstig lid 4 gesplitst.

Dit lid geeft aan dat de baten en lasten die voortkomen uit de normale bedrijfsactiviteiten, gespecificeerd moeten worden volgens de methode beschreven in lid 3 óf volgens de methode beschreven in lid 4.

3. Afzonderlijk worden opgenomen:

Indien gekozen wordt voor de methode van dit lid, moeten de volgende posten afzonderlijk worden vermeld:

a. de netto-omzet;

Dit betreft de totale inkomsten uit de kernactiviteiten van de onderneming, na aftrek van kortingen en dergelijke, zoals nader gedefinieerd in lid 6.

b. de toe- of afneming van de voorraad gereed produkt en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum;

Dit betreft de verandering (toename of afname) in de waarde van de voorraad eindproducten en werk dat nog niet is afgerond, vergeleken met de waarde op de balansdatum van het voorgaande jaar.

c. de geactiveerde produktie ten behoeve van het eigen bedrijf;

Dit betreft de kosten van producten die de rechtspersoon voor eigen gebruik heeft gemaakt en die op de balans als activa worden opgenomen.

d. de overige bedrijfsopbrengsten;

Dit zijn andere opbrengsten die uit de normale bedrijfsvoering voortkomen, maar niet onder de netto-omzet vallen.

e. de lonen;

Dit zijn de kosten voor salarissen en lonen van het personeel.

f. de sociale lasten met afzonderlijke vermelding van de pensioenlasten;

Dit zijn de kosten voor sociale verzekeringen en andere sociale bijdragen, waarbij de pensioenkosten apart moeten worden gespecificeerd.

g. de kosten van grond- en hulpstoffen en de overige externe kosten;

Dit betreft de kosten van materialen die direct in het productieproces worden gebruikt (grondstoffen) of dit ondersteunen (hulpstoffen), evenals andere kosten die van externe leveranciers afkomstig zijn.

h. de afschrijvingen en de waardeverminderingen ten laste van de immateriële en de materiële vaste activa, gesplitst naar die groepen activa;

Dit betreft de systematische waardevermindering (afschrijvingen) en eventuele extra waardeverminderingen van niet-tastbare (immateriële) en tastbare (materiële) vaste bedrijfsmiddelen, uitgesplitst per categorie van deze activa.

i. waardeverminderingen van vlottende activa, voor zover zij de bij de rechtspersoon gebruikelijke waardeverminderingen overtreffen;

Dit betreft waardeverminderingen van activa die naar verwachting binnen een jaar worden omgezet in geld (vlottende activa), voor zover deze waardeverminderingen groter zijn dan wat normaal gesproken gebruikelijk is binnen de rechtspersoon.

j. de overige bedrijfskosten;

Dit zijn andere kosten die verband houden met de normale bedrijfsuitoefening en niet elders specifiek zijn genoemd.

k. het resultaat uit deelnemingen;

Dit is de winst of het verlies behaald op investeringen in andere ondernemingen (deelnemingen).

l. opbrengsten van andere effecten en vorderingen, die tot de vaste activa behoren;

Dit zijn inkomsten uit andere waardepapieren (effecten) en vorderingen die deel uitmaken van de vaste activa (langetermijnbezittingen).

m. de overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten;

Dit zijn andere ontvangen rente en vergelijkbare inkomsten.

n. de wijzigingen in de waarde van de financiële vaste activa en van de effecten die tot de vlottende activa behoren;

Dit betreft veranderingen in de boekwaarde van financiële vaste activa (zoals langlopende leningen aan derden) en van effecten die tot de vlottende activa (kortetermijnbeleggingen) behoren.

o. de rentelasten en soortgelijke kosten.

Dit zijn betaalde rente en vergelijkbare kosten.

4. Afzonderlijk worden opgenomen:

Indien gekozen wordt voor de methode van dit lid, moeten de volgende posten afzonderlijk worden vermeld:

a. de netto-omzet;

Dit betreft de totale inkomsten uit de kernactiviteiten van de onderneming, na aftrek van kortingen en dergelijke, zoals nader gedefinieerd in lid 6.

b. de kostprijs van de omzet, met uitzondering van de daarin opgenomen rentelasten, doch met inbegrip van de afschrijvingen en waardeverminderingen;

Dit zijn de directe kosten die zijn gemaakt om de omzet te realiseren (kostprijs van de omzet). Rentelasten maken hier geen deel van uit, maar afschrijvingen en waardeverminderingen wel.

c. het bruto-omzetresultaat als saldo van de posten a en b;

Dit is het verschil tussen de netto-omzet (post a) en de kostprijs van de omzet (post b), wat het bruto-omzetresultaat vormt.

d. de verkoopkosten, met inbegrip van de afschrijvingen en buitengewone waardeverminderingen;

Dit zijn de kosten die direct verband houden met de verkoop van goederen of diensten, inclusief afschrijvingen en uitzonderlijke waardeverminderingen.

e. de algemene beheerskosten, met inbegrip van de afschrijvingen en waardeverminderingen;

Dit zijn de algemene kosten voor het beheer en de administratie van de onderneming, inclusief afschrijvingen en waardeverminderingen.

f. de overige bedrijfsopbrengsten;

Dit zijn andere opbrengsten die uit de normale bedrijfsvoering voortkomen en niet elders specifiek zijn genoemd.

g. het resultaat uit deelnemingen;

Dit is de winst of het verlies behaald op investeringen in andere ondernemingen (deelnemingen).

h. opbrengsten uit andere effecten en vorderingen die tot de vaste activa behoren;

Dit zijn inkomsten uit andere waardepapieren (effecten) en vorderingen die deel uitmaken van de vaste activa (langetermijnbezittingen).

i. de overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten;

Dit zijn andere ontvangen rente en vergelijkbare inkomsten.

j. de wijzigingen in de waarde van de financiële vaste activa en van de effecten die tot de vlottende activa behoren;

Dit betreft veranderingen in de boekwaarde van financiële vaste activa (zoals langlopende leningen aan derden) en van effecten die tot de vlottende activa (kortetermijnbeleggingen) behoren.

k. de rentelasten en soortgelijke kosten.

Dit zijn betaalde rente en vergelijkbare kosten.

5. Bij de posten k-o van lid 3 en de posten g-k van lid 4 worden afzonderlijk vermeld de baten en lasten uit de verhouding met groepsmaatschappijen.

Dit lid specificeert dat bij bepaalde posten uit lid 3 (namelijk k tot en met o) en lid 4 (namelijk g tot en met k), de inkomsten (baten) en kosten (lasten) die voortkomen uit transacties met andere bedrijven binnen dezelfde groep (groepsmaatschappijen) apart moeten worden getoond.

6. Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen.

Dit lid definieert 'netto-omzet' als de totale inkomsten die de rechtspersoon genereert door de levering van goederen en diensten die tot zijn normale bedrijfsactiviteiten behoren. Hierbij moeten kortingen en vergelijkbare verminderingen, alsook belastingen die over de omzet worden geheven (zoals BTW), in mindering worden gebracht.

7. Baten en lasten welke aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, worden naar aard en omvang toegelicht.

Dit lid vereist dat als er inkomsten (baten) of kosten (lasten) zijn die eigenlijk betrekking hebben op een ander boekjaar dan het huidige, de aard (soort) en de grootte (omvang) van deze posten moeten worden uitgelegd in de toelichting.

8. Vermeld wordt het bedrag en de aard van de posten van baten en lasten die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen.

Dit lid schrijft voor dat het bedrag en de aard (soort) van inkomsten (baten) en kosten (lasten) moeten worden vermeld als deze posten ongebruikelijk groot zijn (uitzonderlijke omvang) of ongebruikelijk vaak voorkomen (in uitzonderlijke mate voorkomen).