Artikel 220 (Verzoek aandeelhouders bijeenroepen algemene vergadering)
1. Een of meer houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste een honderdste gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, kunnen aan het bestuur en aan de raad van commissarissen schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen het verzoek richten een algemene vergadering bijeen te roepen. Het bestuur en de raad van commissarissen – daartoe in dit geval gelijkelijk bevoegd – treffen de nodige maatregelen, opdat de algemene vergadering binnen vier weken na het verzoek kan worden gehouden, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. In de statuten kan het vereiste gedeelte van het kapitaal lager worden gesteld en de termijn waarbinnen de algemene vergadering moet worden gehouden, worden verkort. Indien het bestuur en de raad van commissarissen geen uitvoering geven aan het verzoek, kunnen de in de eerste zin bedoelde aandeelhouders op hun verzoek door de voorzieningenrechter van de rechtbank worden gemachtigd tot de bijeenroeping van de algemene vergadering.
2. Voor de toepassing van dit artikel worden met houders van aandelen gelijkgesteld anderen aan wie het vergaderrecht toekomt.
3. Tenzij de statuten anders bepalen, wordt aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek als bedoeld in lid 1 voldaan indien dit verzoek elektronisch is vastgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een of meer houders van aandelen die alleen of gezamenlijk ten minste een honderdste gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, kunnen aan het bestuur en aan de raad van commissarissen schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen het verzoek richten een algemene vergadering bijeen te roepen. Het bestuur en de raad van commissarissen – daartoe in dit geval gelijkelijk bevoegd – treffen de nodige maatregelen, opdat de algemene vergadering binnen vier weken na het verzoek kan worden gehouden, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. In de statuten kan het vereiste gedeelte van het kapitaal lager worden gesteld en de termijn waarbinnen de algemene vergadering moet worden gehouden, worden verkort. Indien het bestuur en de raad van commissarissen geen uitvoering geven aan het verzoek, kunnen de in de eerste zin bedoelde aandeelhouders op hun verzoek door de voorzieningenrechter van de rechtbank worden gemachtigd tot de bijeenroeping van de algemene vergadering.
houders van aandelen
die, alleen of samen, minimaal één procent (een honderdste gedeelte) van het geplaatste kapitaal
vertegenwoordigen, het recht hebben om aan het bestuur
en aan de raad van commissarissen
een schriftelijk
verzoek
te richten
om een algemene vergadering bijeen te roepen
. Bij dit verzoek moet een nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen
worden gevoegd.
Het bestuur
en de raad van commissarissen
zijn in dit geval gelijkelijk bevoegd
en moeten de nodige maatregelen treffen
zodat de algemene vergadering
binnen vier weken
na het verzoek
kan plaatsvinden. Dit hoeft niet als een zwaarwichtig belang van de vennootschap
zich hiertegen verzet
.
De statuten
van de vennootschap kunnen bepalen dat een kleiner gedeelte van het kapitaal
vereist is voor zo'n verzoek, en dat de termijn
voor het houden van de algemene vergadering
korter is.
Als het bestuur
en de raad van commissarissen
geen uitvoering geven aan het verzoek
, dan kunnen de eerdergenoemde aandeelhouders
bij de voorzieningenrechter van de rechtbank
een verzoek indienen om gemachtigd
te worden zelf de algemene vergadering
bijeen te roepen
.
2. Voor de toepassing van dit artikel worden met houders van aandelen gelijkgesteld anderen aan wie het vergaderrecht toekomt.
Dit betekent dat voor de toepassing van dit artikel
, personen of entiteiten die niet direct houders van aandelen
zijn maar wel het vergaderrecht
hebben (het recht om de algemene vergadering bij te wonen en te stemmen), gelijkgesteld
worden aan houders van aandelen
. Zij hebben dus dezelfde rechten als in lid 1 beschreven.
3. Tenzij de statuten anders bepalen, wordt aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek als bedoeld in lid 1 voldaan indien dit verzoek elektronisch is vastgelegd.
Dit lid stelt dat, tenzij de statuten
van de vennootschap iets anders bepalen
, aan de eis van schriftelijkheid
voor het verzoek als bedoeld in lid 1
(het verzoek tot bijeenroeping van de algemene vergadering) is voldaan
als het verzoek
elektronisch is vastgelegd
(bijvoorbeeld per e-mail of via een ander elektronisch middel).