Burgerlijk Wetboek Boek 1

1. De bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomst vastgestelde bedragen voor levensonderhoud worden jaarlijks van rechtswege gewijzigd met een door Onze Minister van Justitie vast te stellen percentage, dat, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid, overeenkomt met het procentuele verschil tussen het indexcijfer der lonen per 30 september van enig jaar en het overeenkomstige indexcijfer in het voorafgaande jaar.

Dit lid bepaalt dat bedragen voor levensonderhoud, die zijn vastgesteld door een rechterlijke uitspraak of in een overeenkomst, elk jaar automatisch (van rechtswege) worden gewijzigd. Deze wijziging gebeurt met een percentage dat Onze Minister van Justitie vaststelt. Dit percentage komt, behoudens wat in het derde en vierde lid is bepaald, overeen met het procentuele verschil tussen het indexcijfer der lonen per 30 september van een bepaald jaar en het overeenkomstige indexcijfer in het jaar daarvoor.

2. De wijziging gaat in op 1 januari volgende op de in het eerste lid genoemde datum. De beschikking waarin het percentage is vastgesteld, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

Dit lid specificeert dat de wijziging van de levensonderhoudsbedragen ingaat op 1 januari die volgt op de in het eerste lid genoemde datum (30 september). De officiële beslissing (beschikking) waarin het percentage is vastgesteld, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat onder indexcijfer der lonen wordt verstaan.

Dit lid stelt dat via een algemene maatregel van bestuur wordt gedefinieerd wat precies wordt verstaan onder het indexcijfer der lonen.

4. Het percentage van de wijziging van de bedragen voor levensonderhoud kan worden afgerond op tienden van een procent. Daarbij vindt, indien van het in het eerste lid bedoelde procentuele verschil het tweede of een volgend cijfer achter de komma vijf bedraagt, voor wat betreft die cijfers afronding naar beneden plaats.

Dit lid regelt dat het percentage van de wijziging van de bedragen voor levensonderhoud afgerond mag worden op tienden van een procent. Als bij de berekening van het in het eerste lid bedoelde procentuele verschil het tweede of een daaropvolgend cijfer achter de komma een vijf is, dan vindt voor die cijfers een afronding naar beneden plaats.

5. De wijziging van rechtswege kan bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomst geheel of voor een bepaalde tijdsduur worden uitgesloten. Daarbij kan tevens worden bepaald dat en op welke wijze het bedrag voor levensonderhoud anders dan van rechtswege periodiek zal worden gewijzigd.

Dit lid geeft aan dat de automatische wijziging van rechtswege door een rechterlijke uitspraak of een overeenkomst geheel of voor een specifieke periode kan worden uitgesloten. In dat geval kan ook worden vastgelegd dat en hoe het bedrag voor levensonderhoud op een andere manier dan van rechtswege (anders dan van rechtswege) periodiek zal worden gewijzigd.

6. Bij de uitspraak, waarbij de tweede zin van het vorige lid toepassing heeft gevonden, en ook nadien, kan de rechter een regeling geven omtrent de wijze en de tijdstippen waarop de tot uitkering verplichte persoon aan de tot uitkering gerechtigde persoon gegevens dient te verschaffen ten behoeve van de vaststelling van de wijziging van het bedrag voor levensonderhoud. Deze beslissingen kunnen worden gegeven en nadien worden gewijzigd op verzoek van de tot uitkering verplichte of gerechtigde persoon.

Dit lid bepaalt dat als de afwijkende periodieke wijziging (zoals bedoeld in de tweede zin van het vorige lid) van toepassing is, de rechter een regeling kan vaststellen. Dit kan bij de initiële uitspraak of later. Deze regeling betreft de manier en de momenten waarop de tot uitkering verplichte persoon (de betaler) aan de tot uitkering gerechtigde persoon (de ontvanger) gegevens dient te verschaffen die nodig zijn voor de vaststelling van de wijziging van het levensonderhoudsbedrag. Dergelijke beslissingen kunnen worden genomen en later aangepast op verzoek van de betalingsplichtige of de gerechtigde.

7. De uitsluiting van de wijziging van rechtswege kan bij rechterlijke uitspraak worden ingetrokken. Voor zover het een uitsluiting betreft waarbij de tweede zin van het vijfde lid niet is toegepast, kan de intrekking alleen geschieden in de gevallen bedoeld in artikel 401 van dit boek.

Dit lid stelt dat een uitsluiting van de wijziging van rechtswege via een rechterlijke uitspraak kan worden ingetrokken. Indien het een uitsluiting betreft waarbij geen alternatieve wijzigingsregeling (zoals genoemd in de tweede zin van het vijfde lid) is getroffen, kan de intrekking enkel plaatsvinden in de situaties die zijn omschreven in artikel 401 van dit boek.

8. De tenuitvoerlegging van een executoriale titel betreffende de betaling van levensonderhoud geschiedt met inachtneming van de op het tijdstip van de tenuitvoerlegging ingegane wijzigingen van rechtswege dan wel met inachtneming van de wijzigingen overeenkomstig de tweede zin van het vijfde lid van dit artikel.

Dit lid bepaalt dat bij de tenuitvoerlegging van een executoriale titel (een afdwingbare rechterlijke beslissing) met betrekking tot de betaling van levensonderhoud, rekening moet worden gehouden met de wijzigingen van rechtswege die op het moment van tenuitvoerlegging gelden. Ook moet rekening worden gehouden met eventuele wijzigingen overeenkomstig de tweede zin van het vijfde lid van dit artikel.