Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 17. Levensonderhoud
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 402

Artikel 402 (Rechterlijke vaststelling alimentatie en betalingstermijnen)

Laatste versie

1. De rechter, die het bedrag van een uitkering tot levensonderhoud bepaalt, wijzigt of intrekt, stelt tevens de dag vast, van welke dit bedrag verschuldigd is of ophoudt verschuldigd te zijn.

2. Bij de vaststelling van een bedrag bepaalt de rechter tevens of dit wekelijks, maandelijks of driemaandelijks moet worden voldaan.

3. Zouden op de dag, dat de uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd, reeds meer dan één termijn verschenen zijn of meer dan één termijn terugbetaald moeten worden, dan kan de rechter ook daarvoor een betaling in termijnen toestaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter, die het bedrag van een uitkering tot levensonderhoud bepaalt, wijzigt of intrekt, stelt tevens de dag vast, van welke dit bedrag verschuldigd is of ophoudt verschuldigd te zijn.

Dit betekent dat de rechter die het bedrag van een uitkering tot levensonderhoud bepaalt, wijzigt of intrekt, tevens de dag vaststelt vanaf welke dit bedrag verschuldigd is of de dag waarop dit bedrag ophoudt verschuldigd te zijn.

2. Bij de vaststelling van een bedrag bepaalt de rechter tevens of dit wekelijks, maandelijks of driemaandelijks moet worden voldaan.

Dit houdt in dat de rechter bij de vaststelling van een bedrag voor levensonderhoud tevens bepaalt of dit bedrag wekelijks, maandelijks of driemaandelijks moet worden voldaan.

3. Zouden op de dag, dat de uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd, reeds meer dan één termijn verschenen zijn of meer dan één termijn terugbetaald moeten worden, dan kan de rechter ook daarvoor een betaling in termijnen toestaan.

Dit betekent dat indien op de dag dat de rechterlijke uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd, reeds meer dan één betalingstermijn verschuldigd is geworden (verschenen zijn) of meer dan één termijn terugbetaald moet worden, de rechter ook voor die situatie een betaling in termijnen kan toestaan.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE3347 - Hoge Raad - 19 september 2002

ECLI:NL:HR:2002:AE334719 september 2002Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1769 - Herstel kennelijke fout ex art. 31 Rv en onbegrijpelijke alimentatiebeslissing - 25 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:176925 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Van een voor eenvoudig herstel vatbare kennelijke fout ex art. 31 Rv is geen sprake als niet met voldoende zekerheid op te maken valt wat de rechter bedoelde. Een beslissing is onbegrijpelijk als de daarin gegeven motivering de uiteindelijke beslissing niet kan dragen.

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ8095 - Ingangsdatum alimentatiewijziging: geen behoedzaamheid bij betalingsachterstand - 1 december 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ80951 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter hoeft zijn bevoegdheid om de ingangsdatum van een alimentatiewijziging in het verleden vast te stellen niet behoedzaam te gebruiken als de onderhoudsplichtige een aanzienlijke betalingsachterstand heeft. De wijziging kan dan ingaan op de datum waarop de wijziging van omstandigheden zich voordeed.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD6631 - Hoge Raad - 31 januari 2002

ECLI:NL:HR:2002:AD663131 januari 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO9077 - Hoge Raad - 9 september 2004

ECLI:NL:HR:2004:AO90779 september 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:17120 - Rechtbank Den Haag - 21 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1712021 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4957 - Rechtbank Midden-Nederland - 15 augustus 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:495715 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4117 - Rechtbank Midden-Nederland - 11 juli 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:411711 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:4907 - Rechtbank Gelderland - 19 juni 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:490719 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:4202 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 juni 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:420216 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak