Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 17. Levensonderhoud
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 397

Artikel 397 (Bepaling levensonderhoud bloed- en aanverwanten)

Laatste versie

1. Bij de bepaling van het volgens de wet door bloed- en aanverwanten verschuldigde bedrag voor levensonderhoud wordt enerzijds rekening gehouden met de behoeften van de tot onderhoud gerechtigde en anderzijds met de draagkracht van de tot uitkering verplichte persoon.

2. Zijn meerdere bloed- of aanverwanten tot het verstrekken van levensonderhoud aan dezelfde persoon verplicht, dan is ieder van hen gehouden een deel van het bedrag te voldoen, dat de tot onderhoud gerechtigde behoeft. Bij de bepaling van dit deel wordt rekening gehouden met ieders draagkracht en de verhouding, waarin een ieder tot de gerechtigde staat.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bij de bepaling van het volgens de wet door bloed- en aanverwanten verschuldigde bedrag voor levensonderhoud wordt enerzijds rekening gehouden met de behoeften van de tot onderhoud gerechtigde en anderzijds met de draagkracht van de tot uitkering verplichte persoon.

Dit betekent letterlijk: Wanneer het bedrag wordt vastgesteld (bepaling) dat volgens de wet door bloed- en aanverwanten verschuldigd is voor levensonderhoud, wordt aan de ene kant (enerzijds) rekening gehouden met de behoeften van de persoon die recht heeft op onderhoud (de tot onderhoud gerechtigde). Aan de andere kant (anderzijds) wordt rekening gehouden met de financiële capaciteit (de draagkracht) van de persoon die verplicht is de uitkering te betalen (de tot uitkering verplichte persoon).

2. Zijn meerdere bloed- of aanverwanten tot het verstrekken van levensonderhoud aan dezelfde persoon verplicht, dan is ieder van hen gehouden een deel van het bedrag te voldoen, dat de tot onderhoud gerechtigde behoeft. Bij de bepaling van dit deel wordt rekening gehouden met ieders draagkracht en de verhouding, waarin een ieder tot de gerechtigde staat.

Dit betekent letterlijk: Indien meerdere bloed- of aanverwanten verplicht zijn tot het verstrekken van levensonderhoud aan dezelfde persoon, dan is ieder van hen gehouden een deel van het bedrag te voldoen dat de persoon die recht heeft op onderhoud (de tot onderhoud gerechtigde) behoeft. Bij de bepaling van dit deel wordt rekening gehouden met de draagkracht van ieder van hen en met de verhouding, waarin een ieder tot de gerechtigde staat.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad171x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3011

ECLI:NL:HR:2015:30119 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX1295

ECLI:NL:HR:2012:BX129513 juli 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1924

ECLI:NL:HR:2022:192423 december 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:157

ECLI:NL:HR:2017:1573 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AU6089

ECLI:NL:HR:2005:AU608916 december 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5167

ECLI:NL:HR:2000:AA516717 maart 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:163

ECLI:NL:HR:2017:1633 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2381 - Prejudiciële beslissing als grond voor wijziging alimentatieovereenkomst

ECLI:NL:HR:2018:238121 december 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een prejudiciële beslissing is geen 'wijziging van omstandigheden' (art. 1:401 lid 1 BW), maar kan wel meebrengen dat een alimentatieovereenkomst is aangegaan met 'grove miskenning van de wettelijke maatstaven' (art. 1:401 lid 5 BW), wat een wijziging rechtvaardigt.

Civiel RechtPersonen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC1539

ECLI:NL:HR:1994:ZC153911 november 1994Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1086

ECLI:NL:HR:2019:10865 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak