Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 14. Het gezag over minderjarige kinderen
Afdeling 6. Voogdij
§ 4. Voogdij van rechtspersonen
Artikel 302

Artikel 302 (Voogdij door rechtspersonen, gecertificeerde en aanvaarde instellingen)

Laatste versie

1. De rechter kan de voogdij opdragen aan een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

2. Onverminderd diens bevoegdheid een natuurlijke persoon tot voogd te benoemen, kan de rechter de voogdij over een minderjarige door of voor wie een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 is ingediend, en in verband daarmee in Nederland verblijft, alsmede over door Onze Minister van Justitie aan te wijzen categorieën andere minderjarigen, uitsluitend opdragen aan een daartoe door Onze Minister van Justitie aanvaarde rechtspersoon.

3. Onze Minister van Justitie kan voorwaarden stellen bij of voorschriften verbinden aan de aanvaarding, bedoeld in het tweede lid, en de rechtspersoon voor een bepaalde tijd aanvaarden.

4. Op een rechtspersoon als bedoeld in het tweede lid, zijn de artikelen 303, 304, 305 en 328 van overeenkomstige toepassing.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. De rechter kan de voogdij opdragen aan een gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

Dit lid stelt dat de rechter de verantwoordelijkheid voor de voogdij kan toewijzen (opdragen) aan een instelling die gecertificeerd is zoals omschreven in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

2. Onverminderd diens bevoegdheid een natuurlijke persoon tot voogd te benoemen, kan de rechter de voogdij over een minderjarige door of voor wie een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 is ingediend, en in verband daarmee in Nederland verblijft, alsmede over door Onze Minister van Justitie aan te wijzen categorieën andere minderjarigen, uitsluitend opdragen aan een daartoe door Onze Minister van Justitie aanvaarde rechtspersoon.

Dit lid bepaalt dat, hoewel de rechter nog steeds de bevoegdheid heeft om een natuurlijk persoon tot voogd te benoemen (onverminderd diens bevoegdheid), de rechter de voogdij over specifieke groepen minderjarigen uitsluitend kan opdragen aan een rechtspersoon die daarvoor door Onze Minister van Justitie is aanvaard (goedgekeurd). Deze specifieke groepen minderjarigen zijn:

  • een minderjarige door of voor wie een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (zoals bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000) is ingediend, en die in verband daarmee in Nederland verblijft;
  • alsmede over andere categorieën minderjarigen die door Onze Minister van Justitie worden aangewezen.

3. Onze Minister van Justitie kan voorwaarden stellen bij of voorschriften verbinden aan de aanvaarding, bedoeld in het tweede lid, en de rechtspersoon voor een bepaalde tijd aanvaarden.

Dit lid geeft aan dat Onze Minister van Justitie de mogelijkheid heeft om voorwaarden te stellen bij de aanvaarding van een rechtspersoon zoals genoemd in het tweede lid. De minister kan ook voorschriften aan deze aanvaarding verbinden en de rechtspersoon voor een specifieke, begrensde periode (een bepaalde tijd) aanvaarden.

4. Op een rechtspersoon als bedoeld in het tweede lid, zijn de artikelen 303, 304, 305 en 328 van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat de artikelen 303, 304, 305 en 328 op een vergelijkbare (overeenkomstige) manier gelden voor een rechtspersoon zoals bedoeld in het tweede lid (dus een door Onze Minister van Justitie aanvaarde rechtspersoon voor specifieke categorieën minderjarigen).

Gerelateerde rechtspraak