Burgerlijk Wetboek Boek 1

1. Op verzoek van degene aan wie de aanwijzing is gericht, kan de gecertificeerde instelling een schriftelijke aanwijzing wegens gewijzigde omstandigheden geheel of gedeeltelijk intrekken.

Dit betekent dat de gecertificeerde instelling de bevoegdheid heeft om een schriftelijke aanwijzing, op verzoek van de persoon aan wie deze aanwijzing is gericht, geheel of voor een deel in te trekken als de omstandigheden veranderd zijn.

2. De gecertificeerde instelling geeft haar beslissing schriftelijk en binnen twee weken na ontvangst van het verzoek.

Dit houdt in dat de gecertificeerde instelling haar beslissing over het verzoek op schrift moet stellen en deze beslissing binnen twee weken nadat zij het verzoek heeft ontvangen, moet meedelen.

3. Artikel 264 is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat de bepalingen die in artikel 264 staan, op een vergelijkbare manier ook hier gelden.

4. Het niet of niet tijdig nemen van een beslissing door de gecertificeerde instelling staat gelijk met afwijzing van het verzoek. De termijn voor het indienen van het verzoek aan de kinderrechter loopt in dat geval door zolang de gecertificeerde instelling niet heeft beslist en eindigt, indien de gecertificeerde instelling alsnog beslist, na verloop van twee weken te rekenen met ingang van de dag waarop de beslissing is verzonden of uitgereikt.

Dit lid stelt dat als de gecertificeerde instelling geen beslissing neemt, of niet op tijd een beslissing neemt, dit wettelijk gezien hetzelfde is als een afwijzing van het verzoek. In die situatie blijft de periode waarbinnen een verzoek bij de kinderrechter ingediend kan worden, doorlopen zolang de gecertificeerde instelling nog geen beslissing heeft genomen. Als de gecertificeerde instelling later alsnog een beslissing neemt, dan eindigt de termijn om naar de kinderrechter te gaan twee weken na de dag waarop die beslissing is verstuurd of persoonlijk overhandigd.